9U * - i f «
U o - „ 7 / J^n. k wêtÊià /'-L. /?■
Qistsrj — t/ - ■ /
a .
h f£ . o r f^ :
L> / y , y yf/i- ‘£ g |
féet/iAe-s
f, ^ ^ ,
y / , ’A ^ .
bladen pijlvormig aan weerszijden spits, de bloem-
steelen i-bloemig, met lijnvormige schutblaadjes. DC»
P/. In zand- en kleigrond, op bouwlanden en*, op verscheidene
plaatsen.
Fer&ch. (3. met witte bloem, tourn.
■--------y. met purperroode bloem, met witte stralen, tourn-.
PI. Beide hier en daar met de gewone soort.
Fersch. $. stompbladig. vH., met aan weerszijde stompe
bladen ; de steng omslingerende, - blpemige bloemsteelen,
met omgekeerd-eironde schutblaadjes.. RS*
F l. In sommige heggen in de Betuwe en de vijf Heerén-
laüden. vH.
Aanm. In het begin beschouwde ik deze laatste verscheidenheid
als eene’ eigene soort , maar ik hpb naderhand
zoo vele planten gezien , die het midden hielden
tusschen haar en de ware klokjes TFinde, dat ik liever
deze nieuwe soort wilde opgeven,, dan, volgens de gewoonte
van vele plantkundigen in onzen leeftijd, het reeds
zoo groot getal van soorten, niet nieuwe en meer en
meer onzekere soorten te vermeerderen.
361.. haag TFinde, met omslingerende steng, de bladün
pij lvormig van achteren geknot, de Bloemsteelen
vierkantig i-bloemig, met zeer groote hartvormige
schutblaadjes. DC.
De kelk is besloten in twee nladvormige schutblaadjes.
De bloemkroon is wit,
F l. Aan heggen en om het hout langs slooten en vaarten
overal.
Fersch. |3. met rood en wit geschakeerde bloemen.
F l. met de gewone, maar zeldzaam. G.
Fersch. y. met purpere bloemen.
PA Buiten Haarlem bij het Kraaijenest. comm. G.
262. zee Winde, met liggende steng, de bladen nier-
vormig onbehaard, de bloemsteelen i-bioemig. DC.
PI. Overvloedig in Zeeland, aan den Westkapelschen dijk;
achter 'sGravesande; langs de zeeduinen en stranden
van de Maas. G. Op Texel in de duinvlakte de Meente,
K. In Zeeland^ nuMORTiER.
iog K lokje. De bloemkroon is blokvormig, 5-spletig,
de kelk gesloten door klepjes waarop de meeldraden rusten.
De stempel 3-5-spletig. De zaaddoos onder het vruchtbeginsel,
met poriën aan de zijden openberstende. P.
De helmdraden zijn aan den vüet verbreed. De bloemen
meestal violet-blaauw.
26.3. rond—