i °9- S . t ^ - J
a Ju .^.%^, <u ™ ■ />■ #4 - A —^ J
V — -a ^ r r , i , ^ ^ r -
■
3 / £ j '-3&7/^4< c , Z'rf- b ’'^*/
' ^ s r z ^ f ^ v£' >Moc.
> . auJ~ f l - ^
* t - 'u j r j f c F Z ^
c/^ /L *
v ^ . K s fl+ s .* - A pA ^ fa&-
/ V . . - , a / A 4 * ■ » * # ^ f 6' -
2la ar. 3 ^ ^ } Z6-
A. ^ . § * A A ^ I éÉ M J jjflp
takldge gestrekte bloemtrossen, aan de steng naaüW
aangedrukt. W. ■
ƒ»/ BS Amsterdam aan den w e g naar Sloten. b e r g sMA en vil.
527 /node Ganzevoet, met eirond-ruitvormige, stomp-
' achtige getande bladen, dé bloemtrossen regtstandig,
Zamengèsteld, een weinig bebladerd, korter dan de
steng. BS. i r\
De bladen zijn glanzend , dik , diep-getand. De
trossen in de oksels geplaatst, roodachtig. _ ’ '■ —to
PL Op vele: plaatsen langs de voegen en paden , bq vervallen
gebouwen en in de moeshoven. G. M. Bq Leyden.
Mi; m ie r . Op verscheidene plaatsen bq Amsterdam.
b e r g sMA en w il. * .
Ö2 tuilvormende Ganzevoet, met eironde ongeJq
getande spitse glanzende bladenr; sterkgetakte tuilvormendè'naakte .bloemtrossen, korter dan de
bladen; de steng tEtkkig openslaande;'ES.
De bladen zijn driehoekig-eirond, met gespits e
een weinig gekromde tanden, met lange bladstelen.
\ De bloemtuiltjes; in de oksels geplaatst,, somwqlcn
ook eindelingsch, eenigzins wijd uitgespreid, ge -
, heel zonder bladen. De zaden zeer fijn gestippeld.-;
PI Óp de muren en aan de kanten der akkers op vele
plaatsen. G. Bij Delft, Ve RM ! Bij Amsterdam, b e r g sm a
en yH. -
520. gladzadige Ganzevoet, met de. bladen ruttvormig-
eirond, uitgebeten, van achteren gaaf, de bovenste
, langwerpig gaafrandig, de zaden glad. RS.
De bladen zijn dikwijls bepoederd, dof van kleur, ^
getand-uitgebeten met stompe tRnde«, of gaafrandig.
De bloemtrossen regtstandig getakt, genoegzaam
zonder bladen.
Pt. Algemeen aan mesthoopen, enz., in de nabijheid van
bewoonde plaatsen. \ ‘‘
Pt. Bij Delft. VERM.! »
rerscti. y . groenè Ganzevoet , vmet ruitvormige getand- -
gégolfde bladen , de bovenste gaafrandig lancetVörmig,
getakte een weinig bebladerde trossen, RS.