U*h.—
J
J L ^ £ , J & - < ^ * ‘ /}'*+**-
Jhrtt-, «7 «
#CAf\ -
? f t r . /yp^~^*~s^-— fgl i 7>: * %J}£s. >^fc
VÉRM.! Bij Nijmegen. B. Bij Franekcr. bergsma! Bij
Amsterdam. yH. 323; smalbladige Melde, met kruidachtige wijd uitge-
Spreide steng, de bladen lancetvormig gaafrandig;--^.
de onderste een weinig piekvormig, de vruchtkelkën
gladachtig. RS.
, De vruchtkelken zijn piekvormig, gaafrandig, op
het midden bijna nooit scherpgeschubd.
PI. Bij Delft. VERJvr l.Bij Franeker. bergsma! Bij ’sGra-
venhage. Z ! Óp vei’scheidene plaatsen bij Amsterdam. vH.
,324. strand Melde, met kruidachtige regtstandige sterm,
de bladen alle lijnvormig, gaaf of getand, de vr^M^' „
kelken scherpgeschubd, gegolfd. RS,
Op de ziltige gronden bij Amsterdam ontmoet
men gewoonlijk eenen tweeledigen vorm dezer plant:
de eene vonn is slank, met lijnvormige, bijna alle
gaafrandige bladen; de andere, die menigvuldiger
is, meer nedergedrukt, met sommige bladen lijnvormig
, andere getand of gegolfd-getand.
PI. Op kleigronden aan onze zeestranden op verscheidene
plaatsen.
i 55, Ganzevoet. De kelk is 5-deelig, blijvende, noch
knobbelig, noch na den bloeitijd aangegroeid. Het stijltje
2-spletig, met j of 3 stempels. Het zaad schijfrond
naakt. DG.
# De bladen eirond, driehoekig of ruitvormig.
520.algoede G««ze^oer,met<di^ejioekig-piekvormige gaafrandige
bladen; de ar Ai zamengesteïd gedrongen, zonder
bladen , in de oksels geplaatst of eindelingsch. RS.
PI. In de moeshoven en bij de weden; veel te Putten op
deVeluwe; in den Tielerwaard; bij Zoelen, Heusden
en Ommeren in de Neder Betuwe ; bij ’ sGravenhage ; v
bij Wijk te Duurstede en elders. G. Omtrent Deventer.
R. Bij Delft, verm !
326. langgetróste Ganzevoet, met driehoekige een Weinig
getande bladen, de bloemtrossen gedrongen, zeer
gestrékt, aan de steng naderende, zeer lang en
zonder bladen. RS.
Dezelve is van de overigen zeer onderscheiden
door ruitvormig - driehoekige , niet bepoederde,
bladen et door ongebladerde lange , van onderen
tak