, 2oo. /lértshoorrt Weegbree, mei eenigzins ruige vindee-
lige bladen , de bloemsteng rolrond zachtkarig. DC.'.
PI. Bij Zutphen, Doesburg, Harderwijk-, ’,sGravenhage ;
Heemze in Overijssel; tus^chen Haren en de Water-
- Buizen buiten Groningen. O. Op Texel bij de Burgen
Waal. R. Op de heide bij Bergen op Zoom; achter
Schuddegeest bij Leyden. K. Bij’sHertogenbosch. Z. Bij
Harlingen. ber&sma 1 en scheltema i Bij Amsterdam. vH.
Versch. |3. buiten Haarlem. — G.
8o, Dwergelöem. De kelk 4-spletig. De bloemkroon 4-spïëtig , met opehstaanden boord. Korte meeldraden. De
zaaddoos i-hokkig, kringberstend, veelzadig. P.
20i. ongesteelde Dwergbloem, met overhoeksche eironde
spitse bladen; en ongesteelde bloemen. P.
PI. Te Heemze in Overijssel op het veld; waar plaggen
afgemaaid iijn. Q-. Buiten Nijmegen. B!
8f. Sorbenkrtjid. De kelk 2-bladig. ' De bloemkroon
radvormig en vlak. De zaaddoos 4-kantig , tusschen den
kelk en de bloemkroon geplaatst, 1-2-hok-kig. RS.
ao2> gewoon Sorbenkruid, onbehaard, met eironde
aren, de meeldraden bij na ge lij k met de bloemkroon. DC.
P l. Te Heemze in de hooilanden. G. Buiten Breda. K.
8a. Kornoelje. Een dikwerf 4-bladig omwindsel. Vier
bloembladen ho^en het vruchtbeginsel. Eene .steenvrucht,
met 2-hokkige noot. P.
2 o 3 . roode Kornoelje, boomachtig, met regtstandige
takken, eironde bladen,nedergedrukte bijscherm. DO.
De takken zi]n bloedrood en glimmend. De bloembladen
wit. De vrucht zwart.
P l. Overvloedig aan de ruige wallen langs de Wegen
buiten Zutphen ook te Heemze en .elders in Overijssel;
aan de dijkjes bij Haren buiten Groningen. G> Bij Nijmegen.
B. Bij ’ sllage; bij Amersfoort. K. Aan den 1 Jssel, te Rheede boven Arnhem. vH.
83i Is nar nrA. De kelk Blokvormig, 4-spletig, Geene
bloemkroon. De zaaddoos 4-kantig, 4-hokkig, van ded|
kelk omgeven. P, ,
2o4. moe