dezelve naauwelijks voor dezelfde soort zoude houden.
Ik gis, dat e h r h a r t dezelfde plant bedoeld heeft, uit de
plaats waar hij dezelve vond.
313. veld Gentiaan, met de bloemkroon 4-spletig be-
kei’vormig stomp, in de keel gebaard, met twee der
kelkslippen zeer groot. P.
De bloemkroon is somwijlen 5-spletig ; maar de
twee zeer groote eironde en spitse kelkslippen onderscheiden
dezé soort van de vorige.
PI. Op de heide bij Hengel in het graafschap Zutphen;
in de duinen tusscheü Yelsen en Beverwijk; en achter
Leiduin bij de Vogelenzang buiten Haarlem. G. Op den
Wildenborch bij Zutphen. K In de duinen bij Haarlem. R !
13i. W a r k r u i d . De kelk is 4-5-spletig. De bloemkroon
kogelrond, met 4-5-spletigen boord. De meeldraden in de
keel der bloemkroon ingeplant en afwisselend met de
slippen der bloemkroon. De zaaddoos aan den voet kring-
berstend, 2 -hokkig, mèt a-zadige hokjes. DC.
314. groot Warkruid, grooter, de bloemen meestal 4-
spletig genoegzaam ongesteeld, de bloemkroon in
de keel naakt, de stempels spits, draadvormig. ES.
PI. In het kwartier van Zutphen in heggen; op het goed
Velhorst aan den Berkelen bij de stad Lochem. s t a r i n g
bij vH. Bij Raalte in Overqssel. b e u c k e r a n d r e a e . Bij
Utrecht; bij Beek boven Nijmegen, b e r g s m a ! Bij
^jutphen. E! Bij Rheede enMiddachten boven Arnhem. vil»
Sm, klein Warkruid, kleiner, de bloemen 5-spletig
ongesteeld, de meeldraden aan den voet met éen
gekarteld schubje voorzien, de stempels stomp, de
Stengen haar vormig. RS,
De kelk is rood, de bloemkroon wit.
PI. Op heidevelden op vele plaatsen. 3
i3o. Olm. De Üelk ?s klokvormig, 4 - 5 - landig,
gekleurd , blijvende. De meeldraden van 3 lot 6 in getal.
De zaaddoos bijna schijfrond, vlak zamengedrukt, vliezig,
in het midden gezwollen, i-zadig. DC.
De kelk verdroogend. De meeldraden 4-12 , dikwijls 5
in getal. RS.
3i6. gemeene Olm (IJpenboom) met dubbeld-gezaagde,
aan den voet ongelijke, bladen, de bloemen bijna
Ongesteeld gedrongen 5-heImig, de vruchten on-
. behaard. P.
O 5 PI.