J y
4// X /U . 6- **+ ■ ^ i f '
dCtcy . O--
M & K < *4 j - *
4 ? - y 9X£ ■
£ ~ 3 ^ £ a , 4 ^
^ / * / 1 Y itJa . . fy-r*c-*->-^t-^'<y
fa i fa j . ' T a
/h-\
i S f / J
t
P/. Aan den kaht van de vaart tusschen Haarlem en
Leydën. G. Na de gorter door niemand, zoo ver ik
Weet, aldaar
eyonden. yH. , /Li ’ r
'6*1 ■ *- £<ry&- 4/ tip , ü ®
trp y’~- J^A z f r
20. K nopbies. De kafblaadjes van den kelk tot eene
aar yereenigd, stoppelvormig, de onderste ledig. Geene
bloemkroon. Een afvallend stijltje. Tusschen de bovenste
kafblaadjes ligt één zaad, meestal naakt, of met korte
baren omeeven, BS. *
jtanm. Alle de Biesachtige planten en Grassen zijn hier
gerangschikt volgens het Systema vegetabilium van
roemer en schültes, wijl deze van de nieuwste.
Werken van den beroemden brown en pa l iso t de
BEAtrvois gebruik gemaakt hebben.
44. zwartachtige Knopbies, met een rolronde naakte
■ halm, kop- of bos-vormende aartjes, de buitenste
klep van het a-bladig omwindsel langer dan de
aartjes; geene of naauw zigtbare borstels aan het
zaad. BS. j
5- of 10 bruin-roode of zwarl-bruine aartjes zijn in
een eirond bloemhoofdje getropt.
PI. Overvloedig in de zeeduinen bij Velsen. G. Bij
Zandvoort, Wijk op Zee B! Bij Katwijk aan Zee,
Zandvoort, Wassenaar enz. K. Bij Amersfoort fa vro d .
Bij Bockanje op het eiland Yoorne. bergsma ! In de
duinen bij den Aardenhout, bij Overveen enz. vil.
45. zamengedruhte Knopbies, met eene tweerijige aar
veelbloemige aartjes, een eenbladig omwindsel,
rolrondachtige halm. BS.
PI. Te Hillegom tusschen Leyden en Haarlem, langs een
beekje aan eene weide, loopende naar het Haarlemmermeer.
B a in v t l l e bij G. In Zeeland, dumortier.
Bij Overveen boven Haarlem. E.
21. G rasbïes. De kafblaadjes met bosjes eene aar
vormend, de onderste ledig. Geene bloemkroon. Borstels
aan den voet van het zaad. Eén zaad , gekroond met het
blijvend en verhard stijltje, hetwelk aan den voet zoo
breed is als het zaad. BS.
1 C 3 46. wil“