
 
        
         
		/ .   [  j / .  £)/h-t ^   «^5*~* ■ \ l 
 / 
 P- 
 /i^* ^  ,  -^-isisy^  dg«^/r- 
 , / v 
 ^ .  4 ^ / .   ^ ~ r }   /  ' $ 7 ^ > 
 £& «*;  3 S, 
 j C ^   'fu-C. 
 # 1 .   $ ï  /f/~~L   -r - ^ 
 *   ^   :1- Ä  /  £ *   j   i f e g f g 
 C  6 3   I 
 P/»  Algemeen  dopr  fyet  geheele  land.  
 forsch,  ß  met  genaaide  bloemen,  Schr. 
 P/.  Bij  Nijmegen.  B ! 
 Versch%  y  met  plantdragende  bloemen.  RS. 
 PI.  In  het  Haagsche  boseb.  Rainvieee  bij  G ?  Bij  *  
 Muiderberg,  de  Bild  bij  Utrecht  en  bij  Helsum  en  
 Rheede  in  Gelderland.  yH. 
 jdanm.  In  de  Versch.  y  van  het  witte  en  gemeene  
 Struisgras  zijn  de  bloemen  niet  eigentlijk  plantdragend,  
 maar  de  kelk  en  de  bloemkroon  worden,  alleen  grooter  
 dan  gewoonlijk. 
 82»  windvangend Struisgras,  met eene  gekranste  wijd-,  
 staande  pluim,  eene  zeer  lange naald  onder  den  top  
 van  het  buitenste  klepje.  RS. 
 PI.  Zeer  algemeen  in  bouwlanden,  vooral  op  zandige  
 gronden. 
 Riet.  De  kelk  papier—vliesachtig,  eenigzins  langer  
 dan  de  bloemkroon.  De  bloemkroon  vliezig,  op  eene  
 eeltachtige  stof  rustend,  met  haren  omgeven,  tusschen,  
 welke  meestal  een  penceelvormig  bloembeginsel  aan  het  
 bovenklepje  is  aangedrukt;  het onderste  klepje  fijngetand,  
 borsteldragend  of  gepunt.  Het  zaad  bedekt.  Eene  pluim.  
 Trineus. 
 #  Haren  ,  zonder  bloembeginsel, 
 83.  duin  Riet-,  met  gestrekte  wijdstaande  pluim,  gepunte  
 kafblaadjes,  en  de  rugborstel  regt,  korter  
 dan  de  haren,  die  bijna gelijk  zijn  aan  den  kelkj  
 de  bladen  bijna, laneetvdrmig,  RS. 
 PI.  In  de  duinen  bij  ’ sHage.  Meerburg  bij  G.  Bij  Nijmegen  
 B.  Bij  Leyden  de  haan!  In  de  duinen  bij  
 Haarlem  op verscheidene  plaatsen.  \H. 
 84.  strand