A7 //UJ ^v/,
t t f ‘
\sl^%T*~ST/*-*--
'U
s ,
J k * .
hfhft^r
m u l d e h . Bij Haarlem, K,. ’s Gravenhage. Z. Rhecde
boven Arnhem, enz. vH.
487. hegge Duizendknoop, met driehoekige pijl vormige
bladen, de steng omslingerend, een weinig gestreept,
de klepjes van het zaad gevleugeld. DC.
PI. Vrij gemeen in Gelderland aan de heggen der tuinen
en tusschen het hakhout. vG. In Overijssel tusschen
Steenekamer en Ermel. e h h h a k t . Niet zeldzaam in
Holland. R. Bij Zwol; in het Haagsche bosch. K. Te
Velp boven Arnhem, b e r g s m a !
3. P i e r s t y l i g e n .
ao5. M u s k u s k r u i d . De kelk aan het vruchtbeginsel
vastgehecht, 4-5-spletig, met 2-4 schubjes aan de buitenzijde.
Geene bloembladen. Acht of tien meeldraden. Vier of
vijf stijltjes. Eene kogelronde, 4-5-hokkige bes. DG. 488. gewoon Muskuskruid. L.
De bloemen zijn groenachtig en welriekend. P.
— De geheele plant naauwelijks eenen voet hoog.
De bladen gesteeld drievoudig of dubbeld-drievoudig.
met 3-lobhigej blaadjes. Vier of vijf bloemen, in
een bloemhoofdje vereenigd.
PL Tusschen Groningen en Haren; buiten Nijmegen,; aan
het beekje tusschen Ubbergen en Beek; buiten Haarlem.
K. Te Nederbosch bij Nijmegen. B. Bij Anlo in Drenthe
overvloedig. W . 1 . k o p p i g s . (Bat. 2 7 . ) Te Appingadam.
Mr. t a n w e e r d e n . In het Haagsche bosch. K . v e r m I Z .
Aan de Leijdsche vaart bij Haarlem. E. Bij Scherpen zeel
in het Sticht, d u b o i s .
IX. N E G E N H E LMI G E N .
1. Z e s s t y l i g e n .
306. Z w a n e b l o e m . Geen kelk. Zes bloembladen. Zes
veelzadige zaaddoozen, P. 48g. gemeene Z*w tijieblo‘e m. L. i;-.* ’■* .
De bloemsteng is naakt, regtstandig, eene einde- ■
lingsche bloemscherm dragende. De bloemen fraai
paarsch , somwijlen wit of donker-paarsch.
P i. Algemeen aan de kanten der slooten.
X 4 GE