C a3g ;)
■ 3 8 gpwmfaè Sneeuwbal, ipe't 3-Iobbige gespitst^elahdé
>bla(l«P j,'de> bladsteielen klierachtig en onbehaard. P.
p l, Bij deiGeidarsche cToorn, ‘Engelenborch, in Elderik,
Weid, in het graafschap Zütphen ; buiten Harderwijk;
in het Haagsche bosch; in den Herkeloer- en Salker-
Waard ; 'öplder-Mickelhorst éh te Q'nnén bij Groningen.
G. B gtWijmegem B. Bij Haarlem, Velsen en Wassenaar.
K". Algemeen,bij hét dorp Doorn! d u b o is . In dobosschen
van Bunnik bij Utrecht. vH.
i6y. V lier. De kelk is kléin én 5 -spletig. Dé
bloemkroon radvormig 5-lobbig. Vijf meeldraden , met dé
slippen der bloemkroon afwisselend. iEené ï.-hokkige , 3-zadige bes. DC. - 384. Icige V lie r , met bijna 5-deelige bij schermen, dé
steunblaadje.s bjadvormig eirond, de steng, kruidachtig.
P. '
•! ‘ Dé: bladefl zijn tégénoVergéSteld oheVén-gevind,
jde.blaadjes aan, den voet ongelijk. De stéunblaadjes ^
biadve.rmig én.zeer groot. De bloemen allen gesteeld;
döf-vle.escbkle.nrig. Sm; , '
Pl. Overvloedig langs den weg tusschen Gend en Bètnfnël;
te Ochten en Ommeren én- aati - den dijk tusschen
Lienden en Resteren in de Betuwe; buiten Harderwijk;
bij Ter(vyOrlde.;:hij Delft, Buren, Leerdam en Heukelomj
tusschen Odijk en Werkhoven.; .öin Wijk te Duurstede'
en bij Cothen en Bunnik in het Sticht. G. Buiten Leeuwarden
en omtrept-'Huijsumen Oostermeer in Vriesland.
M. Bij Endegeest en Rijnsburg. m u l d e r . Nijmegen. B.
, 385^ zwarte , fëlier , met j 5-deelige bijschermen, twee
•, .borstelvormige Steunbjaadjes aan weerskanten , dé
BJgdpg.t^gpyind, de blaadjes eirond, | gedaagd, dé
steng boomachtig. P.
,JQe bi'aden zij n tegenovergesteld pnévén»geymd,
de blaadjes meestal;, v ü f in getal en gpbj.k aan den
voet. De bloemen wit, meestal gesteeld. Sm.
P l. In bosschen en aan ruige wallen, bij vervallene gebouwen
en op kerkhoven pp yefe plaatsen ; lroyeryloedig
in de duinen bij Haarlem, Héerrfstède én Kaft vrij k, G.
Op verscheidene,plaatsen in. de, duinen,■van Holland.,-K.
MtrupER. Bij Ngniégeri; ‘B. Bij' Arnhem^ Rbèéde,
enz. vil.
Versck. (3. diep ingesnede/i, ‘met dubbeld-geyinde bladen*
de vinnen drievoudig, ‘raért! lancetvofmigé ingesneden
blaadjes. P.— G.
'■ r.Vi | R 2 ’ t68. Riem