4<?g. i # J : M .
^iy£\ 9»s4 . ^ 2 ' > ^2** *
/ \ ‘t*i-^~-*~i. J t y y ^ C f$jhrk4 t fA ó . fe y * ■
pus*.
4 c« . A A<rf. Jtejvrévfy fh^A.!
J L j j h s te?'
ai/.
A
4 / # . . ( y f^ - - * '^ ^ dM
fat iMu j z-
A v ^ - C - y i u s ^ z ^ ' t A y .
'hryjt^ ,<JAc/
i 44rA- -^r.
/***.. 'J*-%A. fc^SK
4 / j. A fy(U. f '- * Z A x ^ | , ^ ^ 4 /,
4 / ^ i «
/^. i / A ^ v , u fi^ . 4.'p/‘ x~-y é I I
(Y~. 4/Ac4^ %/<Aa ^ \ / c4 4 y - iï'ttA— .
P/. Bij Nijmegen, Arnhem, Harderwijk, Haarlem; langs
den kleiweg tussehen Utrecht en Maarsen en bij do
faofétede Vechtstroom; bij den Voetangel aan den
Amstel; bij Leeuwarden, Zwol, enz. G. Te Muiden.
R ! Bij Leyden. K. Op den stadswal te Franeker.
B E R O SM a ! Bij Groningen, v a n d e r k o e k ! Bij Utrecht
VAïi d i j k f Op verscheidene plaatsen bij Haarlem. E.
ï e Bennchroek bij Haarlem; de Bild buiten Utrecht. vH. 4bg.''knihhéhde f^ogèlrnelk, riiet trósvórmende eenzijdige
hangende bloemen, de helmdraden om den anderen
grooter en tweehoornig. DC.
De bloemen zijn groot; de bloemsteelen tweemaal
korter dan de , schutblaadjes.
P/. Op verscheidene plaatsen bij Leyden. G. m u e d e r .
K. Bij ’sGravenhage en Voorburg; buiten Haarlem. K.
In den Haarlemmerhout en bij Overveen onder de
boomeri. R! E!
i8a. N a r t h e c i u h . De bloemkroon is 6 - deelig. De
helmdraden wolachtig en blijvende. Het vruchtbeginsel
piramidaal. Het stijltje is kort* De zaaddoos 3-hokkig , 3-kleppig; de zaden talrijk, eirond-langwerpig, met aan-
hangseltjes aan weerszoden. DC.
410. moeras Narthecium, met zwaardvormige bladen,
de bloemen geel, bijna ongesteeld, in eene wijde
•. agr. DC.
PI. Overvloedig 'buiten Harderwijk op den Gage^kamp ^
. zeer gemeen in de veènen bij Haren en elders in de
provincie Groningen en Ommelanden. G. Op de Ber-
gummer-heide en elders in de wouden van Vriesland,
M. Bij Lauteren in de weilanden;. in de veengronden
bij Staveren. R! Onder Woudenberg en Leusden in het
Sticht. K. Bij Nijmegen. B. Bij Noordwolde in Vriesland.
B E R G S m a !
i 83i A s p e r s i e . De bloemkroon is vrij , 6-deelig, De
bes 3-hokkig, met 3-zadige hokjes. DC.
De bladen zijn borstelvormig, in bosjes vereenigd. 4 11. gewone Aspersie ^ met eene kruidachtige rolrondé"
regtstandige sterkgetakte steng, de bladen borstelvormig,
in bosjes vereenigd, de bloemen dikwerf
door misdraging tweehuizig, de bloemsteeltjes in
het midden geleed. DC.
PI. Algemeen in de duinen van Noord- en Zuid-Holland.
Verseh. (3. zeekaiits Aspersie, met opgaande steng, de
bloemsteeltjes geleed, het leedje na bij, de bloem
geplaatst. vH.
P i. In de duinfen tussehen Haarlem en Overveen. d e h a a n
en vH. Qp de duinen bij ’ sGravenhage. Z l
S 4 Aanm.