
 
        
         
		*  De  schildjes  vlak  ,  schildvormig en  gerand  
 tLecanora  van  Acharius). 
 •j-  De  schildjes  van  verschillende  kleuren ;  de  korst meest  
 witachtig  of blaauwgroen. 
 2,’jn  bleek  Schotelmos  ,  de  korst  eenigzins  witkorrelig  of  
 blaauwachtig  en  gerimpeld  ,  het  onderloof  vernisachtig  en  
 bleek  ;  de  schildjes  gezwollen,  met  vlakke  ,  bleeke  ,  iuge-  
 groeid-bedauwde  schijf  en  loofacktigen  opgerigten,  geheel  
 gaven  en  blijvenden  rand.  F ries. 
 PI.  Op  den  bast  der  boomen  op  vele  plaatsen,  ook  de  
 daarop  groeijende  bladmossen  geheel  bedekkende.  G P 
 Versch.  kleurgevend,  de  korst  meelig-korrelig  ,  
 melkwit  van  kleur ,  de  schijf ten  laatste  met spleten  of wratjes. 
   F ries. 
 PI.  Op  de  steenen  langs  den  zeedijk bij Nijkerk.  E hrhart  
 bij  v.G. 
 278  lakmoes  Schotelmos,  de  korst  witkorrelig  en  opeengehoopt  
 of  blaauwachtig,  het  onderloof  vernisachtig  en  
 bleek;  de  schildjes  aangegroeid met vlakke  gerimpelde bleek-  
 steenkleurige  schijf  en  loofachtigen ,  bogtigen  en blijvenden  
 rand.  F ries. 
 PI.  Bij het Loo.  Eerhart bij v.G. 
 279  wisselkleurig  Schotelmos,  de  korst  kraakbeenig,  
 aanvankelijk  zamenhangend  en  glad ,  daarna met spleten of  
 korreltjes  voorzien  en  blaauwachtig ,  het  onderloof als eene  
 vlek;  de  schildjes  aangegroeid,  met  vlak-bolronde  meer  
 of min  bruine,  vain  binnen  witachtige  schijf,  de rand van  
 dezelfde  kleur  als  het  loof,  opgerigt  en  nagenoeg  gaaf.  
 F ries. 
 PI.