
 
        
         
		De  grootste  soort van allen,  de grootste vruchten dragende.  
 De plant is dikwijls van eene korst voorzien. 
 P I .  Bij  Haarlem.  v.H.! 
 /?.  fijn-stekelig.  Steng kleiner ,  minder getakt, met doornachtige  
 ,  meer of minder talrijke haartjes. 
 De  houding  is  nog  al  verschillende  van den stekelachtigen  
 Waterpaardenstaart;  maar  beiden  zijn  zeer  afwisselend  en  te  
 zeer  met  elkander  verwant,  dan  dat men  ze als afzonderlijke  
 soorten  zoude  mogen  besehouwen.  De  stijve  haartjes  van  de  
 eene  en  de  stekeltjes  der  laatste  plant  zijn  verschillend  van  
 grootte en dikte. 
 P I .  Bij Waalsdorp. Z .! St. Jacobs Parochie in Friesland.  v.H.! 
 3 8 8 .  gemeene Waterpaardenstaart,  met  gedraaide  grijze  
 gestreepte  en  met  kleine  wratjes  bezette  steng,  acht  takjes  
 in  de  kransen,  welke  aan  de  voetstukken  vrucht  dragen.  
 Vruchtjes  klein  met een kort kroontje,  i 3 streepjes,  lijnvormige  
 schutblaadjes,  welke driemaal grooter zijn dan zij. 
 Zij  is  de  gemeenste  soort  en  bij  de  meeste  schrijvers  als  
 Ch.  vulgaris opgegeven.  Wat Linmaeus onder dien naam verstaan  
 heeft  laat  zich  uit  zijne  schriften  niet bepalen,  daar de  
 onnaauwkeurige beschrijving op geen eene soort past.  Wij mogen  
 echter  uit  de  synonymen  niet  bepalen,  gelijk Bruzelius  
 (t. a. p  ) deed,  dat de Linnaeaansche soort de  Chara  Hedwigii  
 ka.  zij  ;  want  Lisnaeus  heeft  deze  soort  van  Ch.  vulgaris  
 niet  onderscheiden,  en  hij  haalde die synonymen  en platen bij  
 deze  soort  aan,  welke  er  het  meeste  mede  overeen  kwamen.  
 Daarom  schijnt  Ch.  vulgaris L.  tot meer dan eene soort te belmoren. 
 P I .  Inslooten,  meeren ,  b.v. bij  Leksmond. v.H.  1 
 38g.  breekbare Waterpaardenstaart.  Steng  glad,  fijn  gestreept  
 , (*) 
 (*)  Uit de aanhaling van het Synonym van Vaiiaant bij de Gorter  
 ,  mogen  wij  niet  besluiten  dat  hij  Ch.  Hedwigii voor o ogen  
 had.  tVclligt  haalde  hij  slechts  in  navolging  van  Linnaebs  deze  
 plaat bij zijne plant aan.