
 
        
         
		De  oppervlakte is  als  gepolijst en kraakbeenachtig, bijna als  
 in  het  slanke Bekermos.  De kleur is ook groenachtig-bruiu,  
 doch  soms  bleek  en  in de  versch.  d  groenachtig-wit met  be-  
 schubde  oppervlakte.  Men  zoude  deze  laatste  ligt  als  eene  
 afzonderlijke  soort  beschouwen  ,  indien  men  niet  (ook  ik  
 bezit  zulke  exemplaren)  somwijlen  planten  aantrof,  welker  
 steelen  aan  den  voet  witachtig als  in  ,  aan  den  top  bruin  
 en  als  gepolijst waren  ,  gelijk het gewont gevorkte Bekermos. 
 PI.  Zeer  algemeen  op  alle  onze  heidevelden  in  Utrecht1*  
 Gelderland  ,  Overijssel,  Drenthe ,  Groningen  ,  enz. 
 (3.  spitstoeloopend ,  rijziger ,  1 de  steelen  dunner ,  meer  
 gelijkvormig,  aan  de  oksels  enkelvoudig-doorboord,  de  
 vruchtdragende  toppen  gevorkt. 
 Zij  gelijkt  veel  op  den  gewonen  vorm,  maar  is  dunner  ,  
 meer  opgerigt  en  doorgaans  ook bleeker. 
 PI.  Op  den  Trijtselberg  bij  Hattem.  G ?   Bij  Nijmegen.  B !  
 Bij  Js Gravenhage.  Z  !  Op  de  heide  te Driebergen  (prov.  
 Utrecht)  en  te Harendermolen  bij  Groningen.  v.H. 
 y.  trosvormend,  met  meer  of  min  opgezwollene  getakte  
 steelen ,  aan  de  oksels gapende ,  de vruchtdragende takjes ,  
 soms met den geheelen steel,  afgeplat. Fr. 
 De  schildjes  zijn  dikwijls tweemaal  grooter dan  in  «  of fj ;  
 op  vochtige  plaatsen-soms bleeker  en wratachtig. 
 PI.  Op  rietendaken  bij  Harderwijk.  v.G.  Op de heide  bij  
 de Bildt,  te  Driebergen ,  Darthuizen  (prov.  Utrecht)  en  
 te Harendermolen.  Óp  veenland bij  Groningen ;  op  het  
 duin  bij  *s Gravenhage  en Haarlem.  v.H. 
 <5.  bebladerd,  klein  ,  bros  ,  bleek  of  witachtig  ,  meer  of  
 min  wrattig,  de  steelen  dikwijls  bedekt  met  de  van  onderen  
 geheel  witte  schubben  van  het  lo o f;  de  takjes  aan  den  top  
 uiteenwijkende. 
 Op  het  eerste  gezigt  heeft  zij  veel  overeenkomst met  het  
 rendier Bekermos. 
 PI.  Bij  Nijmegen.  B  !  Bij  Zwolle.  D  !  Bij  de Bildt,  Driebergen  
 ,  Harendermolen  en  elders  op  onze-heidevelden.  
 Op  zand-  en  leemgronden  bij  Groningen.  Ook  op  zwaren  
 kleigrond  aan  den  Ydijk  bij  Amsterdam,  en  op  
 oude  wilgenstammen  te  Slochteren  ,  in  de  prov.  Groningen. 
   v.H. 233  ruw  Bekermos,  het  loof  schubvormig-ingesneden  ,  
 18  *  de