
 
        
         
		IV  Rang.  V l i e s - W i e r e s . 
 Loof  vliezig,  .plat  of  buisvormig ,  onverdeeld  ,  zelden getakt, 
   ongeribd,  kruidachtig,  groen,  zeldzaam  eenig'zins pur-  
 perachtig,  van  een  klein  wortelschildje  voorzien.  Voortplanting  
 door  in  het  loof  verstrooide  of  in zaaddoosjes  ingesloten  
 .sporidien. 
 Woonplaats  in  zout  en  zoet  water,  zelden  op  vochtige  
 plaatsen,  eene  enkele  zelfs  onder  den  grond. 
 SLEUTEL  DER  GESLACHTEN. 
 a.  loof  vlak  of  buisvormig,  vrije  sporidien.  (Ulveè'n.) 
 ■ j  /vlak.  —   fVatervlies.  
 f   f   buizig.  —   Darmwier. 
 b.  buizig,  sporidien  ingesloten.  (Siphoneën). 
 f   draadvormig,  boven den grond. —  Vaucherie.  
 f   f   wortelvormig,  onder den  grond. —   Waterblaasje. 
 I.  Onderafdeeling.  JJlve'èn.  Loof  vlak  of  buizig.  Vrije  
 sporidien. 
 XX.  Darm-Wi®.  Loof  buisvormig aan den  voet verdund,  
 groen,  onverdeeld  of getakt,  van een gestreept-celachtig  weefsel. 
   Sporidien zeer  digt bij  ejkahr geplaatst,  zeer klein. 
 371.  echt  Darmwier,  Loof  geheel  buizig,  onverdeeld,  
 opgeblazen,  gerimpeld. 
 Hangt door  een klein wortelschild aan allerhande  voorwerpen  
 onder  water  vast,  later  eehter,  door  de beweging des waters  
 losgescheurd ,  zwemt  het  vrij  op  de oppervlakte ;  van  1/i  tot  
 meer  voeten  lang  ;  de jongeren  zijn  draadvormig,  als Corifer-  
 ven ,  de  ouderen  zijn  veel dikker,  to t '/, duim in doorsnede,  
 en  door  de  kronkelingen  naar  darmen gelijkende.  De kleur  is  
 veelal bleekgroen of geelgroen.  Hangt naauwelijks aan het papier