443 IJydrodiction.
van waterplanten vast hangend. Draden van de dikte van
menschenhaar ; de geledingen sluiten een nieuw uit onderling
vereenigde korreltjes gevormd individu , reeds met het vergrootglas
te zien, in zich, en laten dit op verderen leeftijd
los. Het wier, in een glas met helder water in de zon beschouwd,
vertoont deze ontwikkeling gemakkelijk. Hangt
zacht aan het papier.
PI. In slooten en zacht vloeijende wateren bij Harderwijk in de
Wei-beek en te Velp. v. G. Bij Utrecht. Dumortier. Mar-
chahd. v. H. ! Rotterdam bij Krooswijk. Mq.
XXXI. L adderdraao. Confervenachtige geleede eenvoudige
draden, twee aan twee door later ontstane dwarsehe takjes
vereenigd , zich onderling bevruchtend, De sporen zijn ,
na de bevruchting, ster- of spiraalsgewijze geplaatst, in afzonderlijke
geledingen besloten.
Dit geslacht gelijkt zeer op het volgende, maar onderscheidt
zich ten sterkste door de eigendommelijke bevruchting. De
draden namelijk naderen elkander door eene innerlijke beweging
, en schièten korreldragende buizen u it, door welke,
nadat zij zieh met de nabij gelegen draden vereenigd hebben ,
de bevruchting plaats grijpt. Om reden van zoodanige met vrijwillige
beweging uitgeoefende bevruchting , hebben sommigen
het niet geheel te verwerpen denkbeeld opgevat, dat dit geslacht
tot de dieren behoorde gerekend te worden.
De soorten van dit geslacht zijn zeer gewoon in slooten en
moerassen. Daar zij echter veelal onvruchtbaar worden aangetroffen,
kunnen zij ligtelijk met de Conferven verward worden.
— In sommige soorten zijn de dwarsehe buizen zeer kort
of ontbreken , zoodat de draden netsgewijze vereenigd worden.
Deze vormen het geslacht Mougeaia Ag.
399. gebogen Ladderdraad. Draden eenvoudig, glibberig ,
breekbaar, ten laatste hier en daar gebogen en onderling verbonden
; geledingen meer smal dan breed, half vol met korreltjes
; het korrelig zaad ligt in de dwarsehe buis. Lykgbye.
PI. Bij Groningen. Mq.
400. schoone Ladderdraad. Draden gelijk , spiralen een-
29 * vou