
 
        
         
		wm 
 SLEUTEL  DER  GESLACHTEN. 
 a.  loof in  steng  en  bladen  verdeeld.  —   Sargasso. 
 b.  loof  zameugedrukt  of  rolrond.  . 
 a.  onverdeeld. -  ~  Zeehuis 
 p.  verdeeld. 
 i .  inwendig  luchtblazen  dragend.  —   Roten-  
 krans. 
 i .   zonder  luchtblazen 
 +  draadvormig,  de  draden  aan  den  top  tot  
 sporidiendragende  vruchtjes aanzwellend. -  
 Zeekoord. 
 -j*  plat  of  draadvormig,  vruchtdragers  uit  
 knodsvormige  geleedde  ligchaampjes  bestaande. 
  —   Desmarestie. 
 b.  loof  plat. 
 «.  vruchtdragers  eindelingsch. —  Zee-Eik. 
 p.  -------   —  in  het  loof. 
 •}•  de oppervlakte  van  het loof gelijkvormig.—-  
 Suikerwier. 
 ■ f-------------------van middelpuntige  kringen 
 voorzien. —   PVaaierwier. 
 I.  Sargasso.  Loof  stengvormend  ,  getakt,  met  bijkans  
 geribde  bladen  ,  welke  somtijds  in  gesteelde  schijnbaar  ok-  
 selstandige  blaasjes  veranderd  zijn.  Vruchtdragers  knobbelig  
 ,  door  middenschotleu  verdeeld,  de  knobbeltjes  doorboord  
 ,  naakte  zaaddoosjes  insluitend. 
 Het  eerste  en  meest  ontwikkelde  geslacht  onder  de Wieren  
 ,  wiens  bijzondere  organen  duidelijk  onderscheiden  
 zijn. 333.  S.  van  Columlus.  Steng  gegaffeld,  zeer  getakt,  
 van  onderen  rolrond  ,  van  boven  even  als  de  takken  zamën-  
 gedrukt,  bladen  lancetvormig  of bijkans  lijnvormig  diep  gezaagd  
 ,  bijkans  geribd  ,  met  aan  den  top  verdwijnenden  
 nerf,  blaasjes  kogelvormig  ongewapend  of  priemdragend,  
 vruchtdragers  rolrond  of trosvormig.  Miquel. 
 Dit  in  warmere  zeeën  levende  wier |  eigenlijk  niet  in-  
 landsch ,  maar  door  de  golven  naar onze  kusten heengevoerd,  
 is  door  IVIeebbtjrgh  en  in  onzen  tijd  door  Vrijdag  Zijnen  
 aangetroffen.  Naar  de  getuigenis  van W allroth wordt bet  
 ook  aan  de Noordelijke kusten  van  Duitschland aangespoeld. 24  PI.