359 WIEREN.
OrfDERAFUEEilHG I . K L E U R -W I E R E N .
Het loof geleed, draadvortnig , of ongeleed draadvormig,
plat en generfd , of steng- en bladdragend, gewoonlijk met
een plat of draadvormig wortelschild vastgehecht, hoornachtig
, lederachtig of kraakbeenig, rozenrood , purper of
olijf kleurig-bruin. _ Voortplanting door sporidien , welke of
in bijzondere eindelingsche vrachtdragers zijn ingesloten ,
of in zijdeliugsehe knobbels gevormd worden. In sommigen
vindt men tevens bij tieren geplaatste valsche zaaddoosjes
in hét löof. De sporidien zijn purperkleurig of
zwart, zöndér vrijwillige beweging , kiemend met vorming
van een wortelschild. Zeebewoners \ gewoonlijk over-»
blijvend.
Déze afdeeliog bevat de volmaakste Algen , allen in de
zee wonend, en van de Groen-Wieren zeer verschillend,
van eene bewonderingswaardige verscheidenheid en sierlijkheid
van vormen ; dikwijls ziju zij zeer groot en gezellig
levend. Het zijn ware zeegewassen, uit het zeer voedzame
pectin-zuur zamengesteld , waardoor zij aan de zeedieren
éen voortreffelijk voedsel oplévëren.
I. Rang. Bruim-W ieren.
Loof van een plat of draad vormig wortelschild voorzien ,
onafgebroken, generfd, lederachtig, draadvormig, plat
of bladdragend , olijfkleurig. Sporidien zwart, in , van eenen
doorschijnenden rand voorziene, zaaddoosjes besloten, welke
of in het loof verstrooid of in vrachtdragers geplaatst zijn.
Groeijen in zee , gewoonlijk overblijvend en niet zelden
zeer groot, en gezellig levend, zelden klein en eenjarig.
Beminnen vooral in het zeer zoute water de stille plaatsen
en kusten , terwijl zij op de opene zee zeldzaam voorkomen.
Zij onderscheiden zich van de Hoorn- en Purper-wieren ,
behalve door de bruine kleur en de meer zamengestelde
gedaante, door de volmaaktere vruchtjes en de nooit bij
vieren staande zaaddoosjes.
SLEU