
 
        
         
		2 i5   horstoormend  Korrelloof,  de  korte  steelen  witach-  
 tia  genoegzaam  naakt  en  tot  digte  zoden  vereenigd,  verdeeld  
 in  korte  vormelooze  knobbelig-gelobde  en  korrelige  
 takjes;  de  schildjes  aan  derzelver  zijden  geplaatst,  verbreed,  
 vlak,  aangedrukt-ongesteeld,  rosacbtig-brum  van  kleur.  DU 
 en Duby.  . 
 Dit plantje  is  ligt  te  onderscheiden  aan  zijn  korrelig  ,  (ügt-  
 zodevormend  ,  naauwelijks  boven  den  grond  verheven loof,  
 waar  tusschen  rosachtige  bhiine  en  zwarte  op  de aarde  aangedrukte  
 schildjes  gevonden worden. 
 P I .  Op  leemachtigen  zandgrond  op  den Amerongschen  berg  
 in  de prov. Utrecht.  v.H. 
 V I.  Bekermos.  De  schildjes  gescheiden  ,  vrij  uitspruiten-  
 d e ,  aanvankelijk  bekervormig,  later  opgeblazen  ,  kopvor-  
 mig ,  ongerand,  van  binnen hol.  De  schijf geopend ,  straks  
 uitpuilend  ,  omgeslagen,  een  eigen  omvatsel,  waar  zij  op  
 geplaatst  is ,  verbergende.  Het  horizontale  loof  is  schub-  
 blad-achtig  of  kbrstvormend  ,  doch  uit  dit  loof rijzen  steng-  
 vormende,  kraakbeenachtige  en  buisvormige  steelen  op. 
 F ries.  . 
 Dit  plantengeslacht  is  zeer veelvormig  ,  zoodat  het  uiterst  
 moeijelijk  te  bepalen  is ,  wat  eene  soort,  wat  esue verscheidenheid  
 zij.  Sommigen brengen  alle  de  soorten van  Bekermos  
 tot  slechts  3 ,o f   4  terug;  anderen  tellen  daarvan  een  zeer  
 groot  aantal.  —   Ik  voor  mij  heb  ,  in navolging meest van  
 F ries  ,  de  volgende  in  ons  Vaderland  tot  dusverre  aange-  
 trofféne  grondvormen  pogen  te  onderscheiden. 
 Zij  dragen vrucht in  schier  alle  tijden  des jaars. 
 f   met rosachtige  schildjes  en  blaauwachtig ,  
 zeer  ontwikkeld  loof. 
 226  elandshoornig  Bekermos  ,  het  loof diep  ingesuedeu  ,  
 met  nagenoeg  lijnvormige,  aan  den  rand  eenigzins  getand-  
 uitgeschulpte  ,  aan  den  top  ingesnedene  gekartelde  ingebo-  
 gene  slippen,  de  steelen  rijzig  tolvormig  ,  genoegzaam  gaaf;  
 de rand-schildjes  ongesteeld  en  rood.  Acharius. 
 Het  loof  zeer  ontwikkeld,  kraakbeenachtig,  van  boven  
 bleek-blaauwachtig  of  licht-geel  ,  van  onderen  wit  
 en  soms  vezelig.  De  schildjes rosachtig  van  kleur ,  volgens  
 Fries. 
 PI.