3S3 Opegrapha.
geven. Derzelver schijf gegroefd , in den beginne door den
bogtigen toebuigenden rand van het omvatsel gesloten , daarna
geopend verhard en hoornachtig. — Het loof korstachtig.
F ries.
De soorten van dit geslacht, hetwelk het geslacht Graphis
van Adanson mede bevat , veranderen meuigwerf van gedaante
en zijn alzoo zeer moeijelijk te onderscheiden.
f De schildjei aan de oppervlakte geplaatst, zonder
loofachtigen rand.
3og wisselend Schriftmos , de korst eenigzins meelachtig
en zonder bepaalde grenzen , de schildjes aan de oppervlakte
geplaatst , gezwollen, de randen van het gave omvatsel teD
laatste wijd vaneen staande , dun'wordende en als verdwijnende
, de schijf bijkans viak , eerst een weinig bedauwd ,
van binnen zwartaehtig. Fries.
u ovaal, de schildjes nagenoeg ovaal, de schijf eenigzins
holrond , met bogtigen rand. F ries.
Deze gaat zeer dikwijls in den volgenden vorm over.
PI. Op eiken , wilgen , populieren enz. op vele plaatsen bij
Groningen, Utrecht, Vianen enz. v.H.
rondachtig, de schildjes rondachtig, met opgezwollen
schijf, den rand overgroeijende. F ries.
PI. Op oude eiken en wilgen hij Groningen en Harender-
molen ; bij Utrecht en elders. v.H.
y gemerkt, de schildjes uilgerekt, met breede vlakke
schijf, de rand verdwijnende. F ries.
PI. Op ijpeoschors bij Haarlem. F , L. Splitgerber ! Aan
oude boomen bij Leiderdorp, van Altena! Bij Utrecht.
J. Wttewaall ! Bij Groningen, v.H.
S fijn-uilloopend, de schildjes uitgerekt, naar beide einden
fijnuitloopend , de rand meestal blijvende. F ries.
De schildjes zijn in dezen, zoowel als in den vorigen
vorm ly) van het wisselend Schriftmos , dikwijls meer of min
getakt.
PI. Op oude boomen , uiet zeldzaam bij Groningen. v.H.
3io zwart Schriftmos , de korst onder de opperhuid ontstaande
, de schildjes uitpuilend aan de oppervlakte geplaatst,
slank—