
 
        
         
		PI.  Aan  den  bast der boomen  bij  Harderwijk,  aan  den weg  
 naar  Elburg.  v.G.  Bij  Leiden.  J. Wttewaall  !  Op  
 eiken  bij  Haarlem,  en  oude  luniperus-sKammta  in  
 Drenthe.  M q .!  Bij  Zwolle.  M.  Dassen  !  Op  eiken  
 stammen  bij  Vianen  en  Utrecht 5  op  eiken  en  linden  
 bij  Haren,  Harendermolen  en  Groningen;  op  eiken  
 en  dennen  ,  maar  vooral  op  beuken  bij  Doorn  en Darthuizen  
 in  de  prov.  Utrecht.  v.H. 
 255  blanklobhig  Schildmos,  het  loof  bladachtig  overeen-  
 liggend  meer  of  min  vliezig,  effen,  blaauwachtig-blauk  ,  
 dikwijls  als  bedaauwd  ,  van  onderen  bruinachtig-zwart  en  
 vezelig  ,  met  gegolfd-slippige  lobben  ,  de  schildjes  bruinrood  
 op  de  schijf,  met  gaven rand.  Acharius. 
 Deze  soort  verschilt  van  de  vorige  door  de  effenheid  en  
 meerdere  vlakheid  van  het  loof,  welks randen  zelden poe-  
 derachtig-opgekruld  zijn  ,  zoo  als  dit  in  het geparelde Schildmos  
 hier  te  lande  bijkans  altoos  het  geval  is  ;  voorts  door  
 eene  meer  blanke  kleur  en  de  fraai-ingesnedene  ,  rondach-  
 tig-gelobde  slippen  van het loof. 
 PI.  Ik  vond  haar  met  ffaaije vruchten  op  berkenboomen  te  
 Darthuizen  in  de  prov.  Utrecht.  v.H. 
 256  steenminnend  Schildmos,  het  loof  bladachtig  oVer-  
 eenliggend  ,  <  eenigzins  kraakbeenachtig  ,  met  netvofmig-  
 vereenigde  kleine  uithollingen,  d o f,  blaauwachlig-asch-  
 graauw,  aan  de  onderzijde  zwart-vezelig,  de  slippen  ge-  
 golfd-gelobd  en  ingedeukt,  de  schildjes  roodbruin  op  de  
 schijf,  de  rand  ten  laatste  gekarteld.  Acharius. 
 Zij  is ,  onder  hare  menigvuldige  verscheidenheden  ,  vrij  
 veilig  te  onderkennen  aan  haar blaauwachtig  lo o f,  met net-  
 vormig-yereenigde  kleine  uithollingen,  vaak  met  vele  stof-  
 hoópjes  voorzien  en  van  onderen  zwart-vezelig. 
 PI.  Op  oude  doodshoofden.  G.  Bij Nijmegen.  B .!  Op paalwerk  
 ,  enz,  bij  Leiden,  J.  W ttewaall!  Bij  ’s Gra-  
 venhage.  Z . !  Zij  is  eene  onzer alleralgemêenstë soorten:  
 op  oude  boomstammen  ,  vooral  van  eiken,  plankenschuttingen  
 ,  palen,  enz.  voorkomende.  Ik  zag  haar  
 veel  op  granietblokken  ,  oud  hout  en  boomstammen  
 door  geheel  Drenthe  en  Westerwolde  ;  bij  Haarlem  ,  
 Utrecht,  Vianen ,  Groningen  (op  linden),  Haren  ,  
 Harendermolen  (op  eiken  met  vrucht),  Darthuizen  (op  
 berken  met  vrucht),  en z .,  enz!  v.H.  n5n