f PI. Vrij gemeen aan beuken en sommige andere boomen bij
Harderwijk , het Loo , Arnhem en Doreweerd. v.G. Bij
Nijmegen. B! Zeer algemeen om Utrecht, Driebergen,
Darthuizen , Vianen , Groningen , en z ., enz., vooral
op eiken en beuken. v.H.
(3 bittermos, de korst onvruchtbaar en met stof hooopjes ,
(welke klein en bitter van smaak zijn).
PI. Aan de boomen bij Harderwijk en het Loo. E erhart
bij v.G. Op vele plaatsen met de vorige. v.H.
7 beukenmos , de korst onvruchtbaar en met stof hoopjes ,
vaker dan p van bijzondere kringen omgeven (de stofhoop-
jes grooter en niet bitter).
PI. Zeer algemeen op allerlei soort van boomen , door het
geheele land verspreid. — Ook op oude muren bij Groningen.
v.H.
Aanm. De laatste vorm y wordt door velen voor eene
eigene soort gehouden. — In het gewoon Poriënmos, zoowel
als in zijne verscheidenheid p , heb ik de korst met kringen
omgeven gezien ; terwijl ik zoowel van p als van y exemplaren
bezit , welke gedeeltelijk reeds in het gewoon Poriënmos
(a) zijn overgegaan.
325 groot geopend Poriënmos, de korst kraakbeenachtig
, zwavelgeeUolijfkleurig of verbleekt, met eene zwarte
lijn omgeven ;"'ae schildjes half kogelrond of nedergedrukt,
met eene gemeenschappelijke zwartachtige opening doorboord
, later spieetvormig zich openende en gerand , de bodem
met likteekens als van misdragen kernen. F ries.
PI. Op beuken en eiken bij Utrecht, Driebergen, Groningen
, Haren , Harendermolen en Slochteren in de prov.
Groningen. v.H.
XXIII. Wratmos. De sehildknoppen (dat zijn de schildjes
van een eigen gesloten omvatsel omgeven) alleen staande ,
hoorn-koolachtig, donker zwart, met eene enkelvoudige
tepelvormige of doorboorde opening , de kern geleiachtig
, vloeibaar of als versmeltend. — Het loof korstachtig.
F ries.
320 steen TVratmos, de korst meelachtig zamenbangende
en d ig t, de sehildknoppen gaaf, rond, ingedrukt en naakt, 23 * met