Door L innaeus en de meeste Dierkundigen wordt dit gewas,
ik" weet niet óm welke reden, tot de Plantdieren gerekend
terwijl reeds Buxbaum hetzelve tot de Wieren rekende, tot
wélke oók in navolging van den kundigen en getrouwen kenner
der Wieren, SchWabe , de beroemde Sprengel bet gerekend
heeft.
P I. Te Katwijk in het malle gat. Meerbu rgh. Vee laan de oude
palen van de Nieuwstadsbrug te Zutphen. G. In eenen
vijver te Rotterdam. N ozemaN bij G. In duinslooten bij
’s'Hage. Z. Veel bij Utrecht. v.H. Op vele plaatsen in Overijssel.
Mq.
Rang VII. B ew eegw ier en .
Draden vliezig, groen . gewoonlijk onverdeeld, bijkans ongeleed,
slijmerig, eindelijk meer of minder verhard , uit eene
celeiachtige stof in menigte te voorschijn komende , van binnen
korreltjes of ringetjes dragende, dikwerf eene overlangsche
eigendommelijke schokkende beweging uitoefenend. Zij leven
in het water of op vochtige plaatsen.
Sleutel der G eslachten.
o. ringen der slijmerige draden vierhoekig.
0 Oseillutorie.
b. draden bundelsgewijze uit vliezige scheeden te voorschijn
komende. Scheedendrager.
c. draden uit in de lengte zamengegroeide draadjes gevormd.
Spleetdraad.
XXVII. O sc illa to r ie. Draden ongeleed, vliezig-draadach-
tig stijf, beweging uitoefenend of rustig, door eene slijmerige
stof omgeven, door evenwijdige dwarsche strepen als het ware
in kleige ringetjes verdeeld , óf inwendig ringen dragende.
Door de eigendommelijke oscillerende beweging, die deze
plantjes zoo duidélijk uitoefenen , en die door uitwendige prikkels
opgewekt en vermeerderd schijnt te worden, geven zij eenige
teekenen van de natuur der dieren te kennen. Zij vormen ge-
w'oónlijk digte zoden van donkere kleur , in staande wateren
drijvend of op vochtige plaatsen bevestigd, die wanneer zij uit
het water genomen worden , eene slijmachtige verwarde stof
ver