SLEUTEL DER GESLACHTEN.
a. loof zamengedrukt of plat, zelden buisvormig.
a. plat , gegaffeld.
-}• zaaddragers op het loof. — Kraakbeen-
TVier.
+ -j- in bet loof. — Halymenie.
/S. zamengedrukt kamvormig-gevind. — Veder-
Wier,
b. loof rolrond of bijkans rolrond.
«. takken gewoonlijk aan den top ingerold. - -
Haakjes- TVier.
fj. ------ regt draad vormig. — Zweep-Wier.
c. loof rolrond geleed. — Lid-TVier.
IX. Z w e e p - W i e r . Loofboom-of kraakbeenachtig , purperkleurig
, draadvormig, rolrond, onregelmatig getakt.
Vruchtdragers kogelvormig , ongesteeld.
353 slank Zweep-Wier. Loof draadvormig, getakt,
takken verlengd, bijkans onverdeeld , met spitsche, verstrooide
, naar weerskanten verdunde takjes , vruchtjes
overal op het loof zittend.
Wisselt in grootte en vertakking zeer af.
PI. Vriesche kust. Br.!
X . K r a a k j b e e n - W i e r . Loof plat met wigvormige , of
lijnvormige slippen , gegaffeld , van afwisselende gedaante ,
kraakbeenig , purperkleurig. Halfkogelvormige op het loof
zittende of langs den rand op steeltjes staande vruchtjes.
354 afwisselend Kraakbeen-Wier. Loof ougenerfd, plat,
met veelvormige takken , die of breeder of smaller zijn , zeer
kort of zeer lang , aan de toppen vruchtdragend.
Een ware Proteus onder de Wieren , en buiten twijfel de
meest afwisselende , zoodat, indien men de overgangen niet
had waargenomen , men daaruit vele soorten zoude maken.
De inlandsche vormen zijn:
a. gelijk. Kraakbeenig, alle takken gelijk, lijnvormig,
met stompe slippen.
Zo