
 
        
         
		P I.  Aan  de  stammen  van  eiken  en beuken.  G. M.  Op allerlei  
 soort  van  boomen  ,  vooral  op  wilgen  en  esscben. 
 even  hoog,  de  slippen  korter  ,  .even  hoog  groeijend  ,  
 zamengedrukt of opgeblazen-holachtig.  F ries. 
 P I.  Even  algemeen  als  de  breedlappige  vorm  en  op  allerlei  
 soort  van boomen. 
 y.  gegroefd,  de  slippen  smaller  ,  de  vruchtdragende  gegroefd, 
   de  schildjes  uit  de  omgebogene  en  met aanhangsels  
 voorziene  toppen  vöortkomende.  Fries. 
 PI.  Algemeen  op  allerlei boomen; doch met  vrucht zeldzaam. 
 Aanm.  De  Lichen farinaceus  van  uknaetjs  en  de  gorter  
 behoort  tot  deze  laatste  verscheidenheid,  maar  in  den  ou-  
 vruchtbaren  toestand,  alleen  met  stof hoopjes  bedekt,  hoe-  
 danige  hier  te  lande  zeer  algemeen  is. —   Overigens  bevestigen  
 ook  mijne  opmerkingen  ten  duidelijkste  den  onmerk-  
 baren  overgang  van  alle  deze  drie  verscheidenheden  in  elkander; 
   ^vant  ook  de  eerste  C«)  komt  dikwijls  zoo smal en  
 zoo  zeer  met  stofhoopjes bedekt  voor ,  dat  zij  van  de  laatstgenoemde  
 (/)  iin le n   onvruchtbaren  toestand  dikwijls  bijna  
 niet  te  onderscheiden  is. 
 Alle  deze  vormen  groeijen  ook  op  oud  hout. 
 219  Jlap  Takmos,  het  loof  eenigzins  bladachtig  vliezig  
 slap  gerimpeld  en  blaauwachtig,  dikwijls met poederachtige  
 vlekken  als  bedekt ;  de  schildjes  eenigzins  gesteeld  krom-  
 gerand  ,  derzelver schijf holrond  en  bleek.  Fries. 
 Het  loof  wisselt  in  gedaante  af $  maar  is  altoos  weeker  ,  
 slap,  met  een  gekroesd  aanzien  ,  wit  of blaauwachtig,  door  
 uitdrooging  geelachtig  ,  de  slippen  holachtig ,  onregelmatig-  
 ingesneden  en  naar  den  top  toe  versmald. 
 P I .  Op  wilgenstammea  bij  Vianen  en  zeer  algemeen bij Groningen. 
   v.H. 
 IV.  K raakloof.  De  schildjes  schildvormig  of nagenoeg  
 schijfvormig,  aan  den  top  van  het  loof  schuins  vastgehecht  
 en  hierdoor  ook  scheef-gerand.  Derzelver  schijf dun  , 
 ge