Het loof is van boven onbehaard, glad , donker van
kleur , van onderen met een zeer digt sponsachtig en dik vilt
zoo zeer bedekt, dat men geenerlei aderen , maar slechts
enkele witachtige uithollingen in het zwartachtige vilt ontdekt.
De vezeltjes zijn zeldzaam.
PI. Op den grond in dennenbosschen bij de Bildt en te Dart-
huizen in de prov. Utrecht. v.H.
243 spruwachtiq Lappenmos, het loof lederachtig, week,
wratachtig, zeer blij groen, van onderen met zwartachtige
netvormig geplaatste aderen, vezeldragend , de schildjes aan
den voorkant, opgaand , rond , met ingescheurden rand. Fries.
PI. In het dennenbosch van Staverden op de Veluwe. v.G.
244 honds Lappenmos, het loof vliezig , slap , holachtig ,
groenachtig-bruin of grijs-wit- viltig, van onderen en op de
aderen w i t , de vezeltjes aan den omtrek w it, de schildjes
aan den voorkant opgaand, gerond, ten laatste half-omge-
kruld en regtstandig. Fries.
Het loof slap, zoodat het van boven grootere of kleinere
uithollingen vertoont; .voorts van boven, vooral in den ge-
droogden toestand, viltig. De aderen en vezels onder het
loof bleek-vleeschkleurig.
Hondsmos G.
PI. In Friesland in de Wouden op verscheidene plaatsen ,
op den heidegrond, aan dijkjes , enz. M. Op dorre zandige
plaatsen aan de Bronsbergen buiten Zutphen; in de duinen ,
veel te Katwijk; op ’l hooge veld in den Haarlemmerhout,
buiten Harderwijk , enz. G. Bij Nijmegen. B ! Bij Rijperkerk
in Friesland. Brttinsma. Veel in Overijssel. Mq. Zeer algemeen
op de Hollaudsche duinen; te Haren en Helpen bij
Groningen, enz., enz., vrij algemeen door het gansche land.
(3. kleiner, in alle deelen smaller en tengerder.
Pl. Op de duinen bij VGravenhage. Z! v.H.
245 rosachtig Lappenmos, het loof lederachtig, week ,
glad en een weinig viltig, aschgraauw-groenachtig of rosach