
 
        
         
		432.  spitse  Kristalplant.  Gelei  vormloos,  vuil  geel;  
 ligchaampjes  alleen  staande,  verlengd,  aan  beide  einden spits.  
 Lykgbye. 
 Groeit  op  Conferven-draden  ;  25o maal vergroot,  ziet men  
 de ligchaampjes straalsgevvijs  uit een  punt  te voorschijn  treden  ,  
 lijnvormig ,  met een  streepje voorzien,  bijkans  doorschijnend,  
 i —  2  mill.  lang  ,  veelal 6— 8 bij  elkander  ;  nooit zag  ik  ,  gelijk  
 Lykgbye  ,  eene kogelvormige massa ,  van de grootte eener  
 walnoot. 
 P I .  Bij  Groningen  ,  Rotterdam  ,  enz.  Mq. 
 433.  stompe Kristalplant.  Gelei  vormloos  ,  bruin  groen ,  
 ligchaampjes  alleen  staande  ,  regthoekig  ,  verlengd,  aan weerskanten  
 stomp.  L ykgbye. 
 De  ligchaampjes  zijn  doorschijnend,  in  het midden van  een  
 geel  streepje  voorzien.  Is  dit welligt  de jeugdige toestand  der  
 voorgaande soort ? 
 PI.  Bij Rotterdam in eene  sloot.  Mq. 
 Rang  XI.  B o lletjeswier eh. 
 Blaasjes  kogelvormig ,  vrij  ,  zeldzaam van  eenige gelei om-  
 geveft ,  alleen  of  bij  velen te gelijk voorkomend,  groen of gekleurd. 
 In het water  of op vochtige plaatsen.  Ik zie geen onderscheid  
 tusschen  de  groene  sporen der Groenalgen en de Bolletjeswie-  
 ren  ,  dan  alleen  hunnen  verschillenden  oorsprong.  In  het  
 voorjaar en in den zomer wordt het water der slooten en vaarten  
 dikwijls  groen  door deze plantjes.  Velen zijn  zeer verwant met  
 Infusiediertjes,  en moeijelijk daarvan te onderscheiden (*). 
 .  XLIY.  G roenblaasje.  Microscopische,  bijkans ronde ,  opeengehoopte, 
   vrije,  veelal op de  aarde levende korreltjes. 
 434-  gemeen  Groeriblaasje.  Groene tot eene poederachtigc  
 korst digt vereenigde korrels. 
 Men  zoude  dit  plantje  een luchtgewas kunnen  heeten.  Het  
 ------- -  over- 
 (*)  H et  geslacht  Ciosterium  Nitzsch  rekenen  wij  in  navolging  
 van  Bory  en  Ehrenberg  tot  de  infusiediertjes.  Vergel. ook D esma-   
 ZIÈRES.  t.  a.  p. 
 3i  I