
 
        
         
		vasthangend ,  b.  v.  gras,  takken van  heesters ,  zelfs aan het  
 ijs  op de  slooten,  bovenal echter  aan doode  kikvorschen.  Wanneer  
 men  deze  nader  onderzoekt,  ziet  men  de  bekleedselen  
 hunner  buikholte  gescheurd,  het  darmkanaal  naar  buiten  
 gedreven,  waaraan  dit  sterresehot  vast  hangt,  zoodat  men  
 gelooven zoude, dat het een  veranderd darmkanaal ware-  Want  
 inderdaad  ziet  men  een  gedeelte  van  dit  orgaan verteerd.  —   
 Dit  sterresehot  heeft  dikwijls eene wormvormige gedaante  ,  of  
 kogelvormig,  doch  onbestemd  van  gedaante,  gegolfd  ,  geelgrijs  
 ,  van  verschillende ,  doch  veelal aanzienlijke grootte.  De  
 landlieden  heetten  hét Sterresehot.  In de zeer weeke ,  waterachtige  
 zelfstandigheid  heb  ik  geene  draden  gezien,  doch  ik  
 moet daarbij  opmerken  dat het  toen door mij gebruikte microscoop  
 weinig vergrootte. —• De waarnemingen  welke ik in- i83i  
 te  Groningen  deed,  zijn  geheel  dezelfde als welke E hrenberg  
 deed ,  doch  deze  heeft  geleedde  en getakte  draden  gezien ,  en  
 twijfelt  niet  aan  de  plaatsing  van  dit gewrocht onder de Wieren. 
   —  'Vergel.  ook Darwiit  Ahhandl. t.  a.  p. 
 PI.  In  i83i en  i83a ,  veelvuldig om Groningen in den herfst  
 en winter ontwikkeld. 
 43o.  wrattig  Sterresehot. Loof blaasvormig,  bijkans lederachtig  
 ,  hol,  gevouwen en glad.  Agardh. 
 PI.  In  de beeken op de stèeneh bij Essenburg,  Vaassen,  Ren-  
 kum en  elders in de Veluwe.  G. 
 Wat  Byssus flos  aquae G.  1 1 18  zij ,  kan niet bepaald worden. 
 Rang  X.  K ristaiwieren. 
 Kristalvormige  hoekige  ligchaampjes,  snijdend,  wigvormig  
 of vierhoekig,  zelden  meer  rondachtig,  plat,  stijf,  in  slijm  
 liggend,  op  verschillende  wijze  onderling  zamenhangend  tot 
 stre