13. maakte hy 'eene nieuwe, naamlyk even die afbeelding, welke ik de egr heb
.WL myneji geachtesn Leezeren op Tab. X V II. F i g . i e n 2. v.oor t e g g g e n ;
^ x doch hy heeft d e .R u ps zelve - liiet tot verandering- kunnen breiigenu - Dan
m 2‘ wat laater heeft my een günstig geval, ( of liever het Yoorjaarweer, ) in d e :
hand gewerkt, en ’t is my gehakt dee-ze, anderzins in onze Landen niet
dikwyls te voorlchyn körnende ru p s , tweemaal te vin den : de eerfte^
maal op eenen tammen ( Castanea Vulgaris) en de tweedemaal opi
een wilden Kastanjeboom. D an Ä en e derzelven, welke, .van de. maden,
reeds met den dood bedrcigd werd, had geen tost oni _ ¡sigHnteipinnen;;
de andere daarentegen deed. het werkelyk: doch die zelide iöoit van vy-:
anden greep, tot myn • groot yerdriet, öok deeze Pop. z®1 gevoelig aan
dat my daar door alle hoop, om een Vlinder uit dezelve te erlangen, ge--
heel werd benomen. Ik zou dit - verlies . gewis zeer iieik beklaagen, in-,
dien ik niet, reeds eenigen tyd te vooren, door. den Heer R o r n e k .
in Frankfort, in .ftaat gefteld wäre geworden, om myne verzameling. met
een dergelyken Vlinder te vermeerderen, en hier , door dit ichoone Infcct
met zyn weefzel, pop en vlinder phans te kunnen ai beeiden en belchryven.
;?|> =•
Toen ik deeze rups kreeg, en eer hy nog volwasfen was,; fchoon hy
reeds ten derdemaale . fcheen vanyhuid veranderd te- z y n , bedroeg zyne.
lengte, buiten de hairen, iets meer dan een duim. De kop isjpjanzig •
zwarr, en met een fchoonen okergeelen drfehoek -getekend. De grond
van het ly f , van k welke men, wegens de hairen, nietsineer, dan alleen?
lyk een zeer fchoon getekenden ruggenftreep, in heb midden, geyvaar..
wordt, is niet zo hoog geel als de hairen zelven. En deeze gemelae rug-
geilreep vertoont ons reyen zo veeie zeer iphöone zilverwitte -en zwart-
omboorde vlekken, als de rups afdeelingen aan het ly f heeft. Buiten dee*
ze fchitterende pracht, ziet men, aan beide de zyden, 9 paar ho.oge, by-
na puntig toeloopende Pyramiedswyze borstels; welken, -grootendeels, uit
digt aan elkanderen verbondene hooggeele en ftyve hairen beftaan; zy
vertoonen zig, in deeze orde. Na de 3 eerfte. afdeelingen, van. den kop
a f te. beginnen,) ziet men een,paar tegen ©ver elkander ftaande borstels,
die eene geele* kleur hebben ; maar in hunne binnenfte vlakte, msger
lyks tegen over elkander ftaande, zyn ze.vanieens bevallige carmynroode
kleur. Hier op volgt een -geheel geel p a a r ; en vervolgends ontdekt
men weder drie paaren, die, even als het eerfte paar, aan den binnen-
. . kant
* Deeze waarde Vrieiid berichtte my te gelyk, dat deeze rupfen., behalven op de wilde
kastanjeboomcn, 00k op wilde pnjimcnboomeu en iteeneiken gevonden worden,-
T a i . x v n .
C.0?. F.CKUemMmoJic-. et eaky.