yi t' h B I £ door vergrootglazen, naauwkeurig in ’t werk gefteld had. Hy vond
*» A n - naamlyk aan dezelven geene opening; waar uit, volgens her getuigenis van den
Heer L e e u Wen h o k k * , een vergifcigend en fchadelyk vocht oncvloeide. Ook
kende hy twee bejaarde Mannen, die dikwyls de Spinnen voor een afdryvend
middel ingezwolgen baddenf. lk zeive moet ook betuigen, dar ik, eer ik hunne
fchadelyke wapens onderzocht had, deeze Schepzels mede voor onfchadeJyk '>e-
houden hebbe; en in die meening wierd ik gefterktj dobr de befchouwing van
den fcherpzienden Z w a m m e r d a m die de Steekers, waar door hydeVan°-
pooten verftaat, van verfcheidene groote Spinnen, by welken dezelven wej zo
Tang waren als het eerfle lid van een duim, onderzocht heeft; en ze^t daar aan
geene opening gevonden te hebbpn. Ik zou nog van dat gevoelen^yn indien
de onderzoeking van deeze groote Uitlandfche Spin, waar van ik in ’t vervolg
breedvoeriger ipreeken zal, my niet tot andere gedachten gebragt hadde. Het
geluk van dezelve, gelyk eenigen der alvoorens reeds befchreeyen Inletten, te
bekomen, hebbe ik te danken aan-deongemeene-goedguniligheid van den Vorft-
lyken Sax- Coburgfcben Saalfeldfchen Legations-Raad, den Heer M e u s c h e n .
§■ 5-
_ Het zalby den aänvang niet ondienflig zyn, eer :wy dezelve befehouwen, de
Clalien van R ö sE L f , welken hy , met betrekking tot de Spinnen, op vyf foor-
ten bepaait, hier met weinige woorden. aantehaaien; en dan in de volgende Pa-
fagraaphen te toonen, onder welken van dezelven deeze Ooftindifche Spin geplaatft
inoec worden.
De eerfte Claile rnaaken by hem die Spinnen , welke een gefchikt radswys
weefzel, om zo te fpreeken, in de ruime Jucht, en in ’t gemeen loodrecht zaa-
menftellen, die ons onder den naam vah Kvuisjpinnen bekend zyn*
Tot de tweede Claile behooren die, welken zo in hoeken en gaten van Mauren
, als in Rotfen, haar digt bangrad, van de eene zyde tot de andere, uitfpan-
nen; en van daar Hoek-oi Hool- Spinnen genaamd worden.
De
*. 7ác Anth. van Leeuvitnhoek, Epißolas £?r. Continuation. mirandarunt natura arcamr de.
teüar. Lugd. Bat. 1719. 4 0. p . 318. fqq.
t Éen deezer mannen is mooglyk nog in leevenj en ik geloove-dat hy nog zo ftoutmoedig is,
als voor 19 jaaren: toen hebbe ik , als een Kind, bem bet uitbroedzel van jbnge Spinnen, in
plaats van een afdry vend middel-, -zien inzwelgen. - • ‘
§ Ztaammerdam, Bybel der Natuur, volgens de Hoogduitiche vertaaling. Le it 2 1
Fol. in de e rn te Claile. p . 22. - 0 ,
i Z.ie RS f e i , Nat. Hiß. der Infecten. Vierde Deel, bladz. 193 en 194.