H I S T O R I E b e r I N S E C T E N. 99
4'
Hoewel ’er nu veele kapellen tnet Haarten z yn , ken ik echter ander T/,5.
dezelven Hechts dön eenigen kleinen nachtvlinder, d i e z o wel als het Äiv-
w yfjen, een dergelyken boschachtigen ftaart heeft; en welken ik ook Wesens
zvne doorfchynende vleugefen, en allerlchoonfte ftaal blaamv - weer-
ichyne'nde kleur, en hoogroode vlekkeu op bet ly f , deiv hefhebberen
•gaarne niedegedeeld zoude_hebben, wäre het dat ik zyne- raps magtig
had'kunnen worden.
O f deeze boschachtige flaart onzer kapellen tot een tegemvigt dient,
en haar noodig is-oni recht cd kunnen v lie g en , zo als Sw kM M E a *
B AM * S e n g u e r d i ü s , f Ä andere tchryvers, v a iv dergelyke ftaart-
kapellen gisien, kari, ik niet verzekere-n vemiits. ik.nog geene gelggen-
heid gehad heb, qm haar te zien vliegen. Z o zulke Haarten intusfchen
geene andere nuttigheid mogten hebben, zonde ik geen oogenblik aarze-
len om deeze gisfing te omhelzen. Wyders-' had ik , betreffende de oo-
gen dier beide kapellen, alleenlyk nog aan te merken, dat dezelven ’er -
zwartachtig bruin uitzien. - . -.
De vliegende -kapel Fig. 3 , die Fig. 4 .. zitter.de vertoond wordt, be- Fig. 3
Irodrc tot de a'Jc Cla.sfe der Dagvogelen. Het ftaat hiy niet v.oor haar « 4-
immer in de' vlu gt, o f .in eenige verzameling van Infgiäe'n, gezien te
hebben; en hoti.de het derhalven daarvoor,. dat zy gebragt modten wor-
.den, tot die geeneii welken men zeldzaamen noeitit.
Men kan haar, vooral van wegens de bovenfte vleugelen, noemen;E
ene
* Zie S w A M M ë A M, Bybel der Meituur, Hoogd^uitfche Druk, Bladz. ¿¿3.
* W ËBÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊËSÊÊm L « w » ; H
1 S E N ç u E & d i v s r oyér de oorzEíík^ vsn den fehuinfehen vlugt der Iufcct.cn t uic het
J.atyn in ’t HöÖgduitsch■ ovj rgez èt t e vinden is.
•N 2