geleding ftaat, maar laager, en wel op die plaats, alwaar, gelyk ge^Taa.
zegd i s , anders her ftaartklapjen ein'digt.
Voor ’t overige heeft zy drie paar fpitsachtige voor- en vier paar ilom-
pe buikpooten, van welken de eerstgemelden bruinachtig z y n , doch de anderen
,■ zo wel als de onderfte zyden der geledingen, eene bleek - ge ele ,
o f heldere zandkleur hebben.
SM -
Onder de byzondere eigenfchappen van deeze Ru ps, kan geteld worden,
haar zeldzaamen ftand die zy neemt, zodra men haar aanraakt; en in Fj. z.
welken ftand. men haar, F ig .z . befchouwt; zy komt in dit opzicht overeen
met de Veldrups * ; zy heft het voorfte gedeelte van haar ly f , benevens
haare drie paar ipitsächtige voorpooten, (d ie z y tegelyk na zig toetrekt,)
in de hoogte, en rieht tevens het aebterfte gedeelte van haar ly f , een
weinig op , in dier voege dat zy nu alleenlyk op de agt buikpooten,
waarmede z y zig w61 vasthoudt, rust: in deeze weerbaare en tegenftand-
biedende houding, blyft z y zo lang tot z y vooronderftelt, geene vyandlyke
voorwerpen meer by zig te hebben : om echter te meer van haare zekerheid
overtujgd te weezen, draait z y den k o p , voorzichtiglyk, van den eenen
Icant naar den anderen, waaraan men duidelyk kan zien, dat zy onderzoekt
o f ’er zig 00k nog eenige vyand in haare nabyheid onthoudt: zo zy nu
geen gevaar meer vermoedt, vervolgt z y haaren w eg; z y kruipt echter
zeer langzaam, ’t geen waarfchijnelyk een gevolg van het gebrek aan na-
fchuifpooten is.
: • £ 5 .
Hoe zeer nu deeze Rups hierin met de tweeilaartige Veldrups overeen
kome, zo heb ik; echter niet kunnen waarneemen, dat z y , even als die,
uit haar ftaartpunt, een draadswys en fpitsachtig deel kan doen voordkomen;
weshalven ik 00k geloof, dat haar ftaartpunt van zulk een deel niet voor--
z ien , en geheel anders dan die der Veldrups gemaakt is , ten wäre dan dat
myne navorfchingen in deezen niet naauwkeurig genoeg mogten gedaan weezen
; en waarlyk, ik konde dezelven 00k niet volkomen naar mynen zin
aanftellen, aangezien myne Rups reeds zeer naby haare verandering was,
en my naauwlyks zo veel tyds overbleef als ik noodig had om haar afte-
tekenent door het herhaald aanraaken, zoude ik haare verandering onge-
twyfeld 00k zeer vertraagd hebben, ’t geen ik echter niet raadzaam oordeel-
de te weezen.
S- 6,
* R.,0 s e l . JnfeßenbeU i th, in der N . V. zten Ciasfe. Tab, XIX. ,/zj,'4. "und 6> feit* 124,
V *