H I S T O R I E de r I N S E C T E N . *77
bladen van de kla ve r, nog eenige anderen ontdekten, welken reeds byna T a b .
haaren volkomenen wasdom bereikt hadden: in de maanden Juny en Sep- xxvr*
tember des voigenden jaars, heb ik nogmaals van deeze foort van Rupfen
gevonden, zo wel die reeds volwasfen waren, als anderen vöör haare laat-
fle verhuiding; in dit tydperk van haar leven, hebben deezen echter met
de -volwasfenen eene zelfde gedaante: de Kapellen van die geecen welken ik
in de maand-Juny gevonden had, kwamen reeds in July ten voorfchyn;
daar in tegendeel de anderen, die ik in September gevonden had, eerst in
het aflopen'van den winter, en wel in Mei des voigenden jaars, voor den
dag kwamen ----- hieruit blykt onwederfpreekelyk dat deeze foort van Rups",
met haare Kapellen, gewoon is tweemaal ’s jaars te verfchynen; om die reden
noemde ik haar,
De bruinaehdg geele, bruin geilreepte gladde Spanrups,
tnet 'veertien pöoten, behoore-nde tot de Nacbtvlinders
■ va'n de 'cferde Clasfe. Tab. XXV. Fig. i. en ver-v.
. Onder Fig. i . 2 en 3 zien wy drieSrleie houdingen, en drieerleie kleu- T a b .
ren van deeze onze nieuwe R u ps ; haare lengte gaat niet b.oven de i l x.x v .
duim, en haar ly f is noch' dik noch leen ig, offchoon zeer goed gepro- Iportioneerd:
haar kop is met de voorite geleding des ly fs , byna van ge- 2 m 3
lyke dikte; dezelve is eenigzins fpitsachtig, niet afgedeeld, en is van den?
zelfden grondkleur als het ly f , welke, kleur volgends-T/g. 1 , ilerk in het geele
-valt; volgends Fig. 2. helder, en volgends Fig. 3. byna die van zand.
i s : haare beide zyden verkrygem door eenige aartige donkerbruine ilree-
pen, welken van het midden des voorhoofds, tot aan den b ek , een beider
driehoekig open laaten, een zonderling cieraad en een tamelyk bevallige
gedaante: haar bt k is helder, en voorzien met een donkerbruio gezicht:
beide zyden van den k o p , z y n , zo wel als die van andere Rupfen, vo.br-
zien van kleine oogen, die echter niet duidelyk gezien kijnnen worden,
dan door middel van een goed vergrootglas.
W ' 3f
. Het ly f van deeze Rups is w e l niet zo fty f als dat van andere, denzelf-
den naam voerende, naarolyk Spanrupien; maar eenigzins vleesachtiger,
e v enw e ljs het zo als by alle foort van Rupfen plaats heeft, zamenge-.
yoegd uit twaalf geledingen, welken ter plaatfe alwaar zy zamenkomen,
maar eene geringe diepte maaken, verfcheidene tedere plöoitjens hebben,
CT paar ■ aclnpren toe, op zyn dunst eindigen: door het midden van de
£ rüg