" §• i" -
Tab.KII., N a de tot hier, töe breedvo.erige befchouwing van de i fte Fig. op Tab. XI,
en van de daar toebehoorende merkwaardigfte d'eelen o p Tab. Xr en XII
voorgefteld; zullen w y nu verdqr het oog flaan op de i fte Fig. der X I lde Tab.
en de daarmede verbondene deelen; om na te gaan, war hier verder aans-
merkenswaardig zy.
Fig. Ta. De eerile Figuur yan Tab. XII. vertoont ons weder onze .gpin p maar
zonder pooten, en op de onderfte zyde te zien. Haare uiteiile gewrichten
zyn met de acht Leiters a getekend. In deeze ligging ziet men ook de twee
Vangklaauwen, den Mond, de Voelpooten, het Borstftuk , den Buik
en den vSpinwrat.
Fig. 1.1. B y Letter b. ontdekt men, tiisfchen de voelpooten, de met vermilioen*
roode Hairen bezette, en met twee . groote kromjne Vangklaauwen gewapen-
de Kaak, benevens haare aan de Borst ftaande Lippen. Vermits nu de
Vangklaauwen vooral onze opmerkzaamheid verdienen, eji de fchadelykheid
pf onfchadelykheid der Spinne van derzelver gefteldheid a f hangt,. zo zullen
w y ons niet terftond verwyderen van de deelen die tot den Mond behooren,
maar dezeiven nog watonderfcheidenlyker gadeflaan.
De beide Vangklaauwen Iiggen niet lynrecht voor den mond der Spinne,
als een paar fchaaren, o f zo als by onze groote Kruisfpinnen ; maar neftens
einander met onderwaards omgebopgene fpitfen, welken de Spin, naar goeds-
vihden , kan uitihan en weder intrekken. Ze zyn zwart, en hebfeen hun ,
Iteuriount en beweeging op" een groot, breed hardhuidig en glanzig zwart-
bruin gedeelte, het welk .van .onderen met eene enkelvoudige van acht kleene
¿warte tanden,,ep van boven niet een bosch bruine, doch wat laager, benevens
de ächtldeene tandeii, met veele vermiljoen roode hairen bedekt is.
Ik kan dit, met tanden bezette gedeelte,. niet beter dan met een Kaakenbeen
vergelyken; vermits de Spinnen haaren roof in e t. die Vangklaauwen op
deeze deelen niet alleenlyk vermaalen, maar. denzelven ook yoprts in het daar
onder zynde Keelgat breiigen kunnen,
■
Fig, 2, In de tweede Figuur zien w y zulk eene kaak met een gefloatet!, o f ftilß
ifl 4-liggenden VangkLrauw; benevens■ de acht kleene ■ Trndm; Fi'g. 3 . ver-
toont ons- den Klaauw uitgeflaagen; en Fig. 4 - is eene fterk vergroote af,
beelding van ¿¿n der iaatfte achterwaardsflaande groote Tanden; zynde ;edn
yan de aeju, werke wy befehreeyen hebben. — - Men oordgeie nu daaiyuit