T ab. II. breede en m z e s deelen afgedeelde vlek; welke aan -den binnenften vleugelrand
begint, .eenigzms geboogen dwars door den vieugel heen loopt, en aan deszelfs
buitenften voorften rand eindigt. Verder ziet men, by het einde eil aan den
hoek des vleugels, eene eenigzins grootere, in vieren verdeelde helderbiaauw-
groene vlek; die by den binnen-vleugelränd aanvangc, dwars in het midden
ftaat, en tegen den buitenrand uidoopc. Deeze bnitenrand is aan ieder zyde
des vleugels driewerf uitgefchulpt; mec eene lange wicce vleugelipits;,j. o f Zwaiu-
wenftaart, en een wit oniboordiel verlierd. in ieder uitgefchulpt deel ilaat eene
lieldergroene vlek, waar van cle eeifte halfrond, de tweede hoekig en de derde
halfrond en driehoekig is.
S- S.
Het L y f van deezen Vlinder heefc even dezelfde donkere grondverwe, als de
vier vleugelen; en op dezelve ftaan drie fchoone groene fraalk ftreepen, die ziqh
van den Kop, längs den R ü g , tot aan het Achteriyf uitftrekken De Oogen zyn
violet-bruin; de Baardfpitzen groen,en de Voelhoornen zwart: doch den laatilen
hebik deeze koleur gegeeven, op het vbetfpoor van Mejuffrouw M e in a n ,
welke dezelven by haaren afgebeelden Vlinder aldus befchreeven heeft. De twee
Viinders, welken ik ter aftekeninge had, waren niet alleen van hunne Voelhoornen
, maar ook van hunne Pooten beroofd, en over het geheel zeer Hegt bewaard •
• zo dat ik werk hadde,\om eene'voldoende afbeelding van deezen fchoonen en
prächtigen Vlinder te kunnen maaken. ik heb het niet noodig geoordeeld, hem
aan de onderfte zyde, met om hoog öpgeklapte vleugelen, te befchryven; om
dat de grondverwe, zo wel als de vlekken, de V gelykende ftreep in den Achter-
vleuget uitgezonderd, in alles gelyk zyn aan de bovenfte zyde, zo als wy die befchreeven
hebben.
§ . ö .
Vermits ik gezegd hebbe, dat myne Viinders geenzins in de befie orde Waren,
z a zou het kunnen gebeuren, dat eenige Liefhebbers aan de volmaaktheid myl
ner afbeeldingen , zo wel als aan de juiftheid der ClafTe waar onder ik hen plaat-
fe, rwyfelden. Maar dir wantrouwen kan ik ligtlyk uit den weg ruimen , door
den Leezer te verzekeren, dat ik oniangs, na dat myne tekening gereed was;
deezen Vlinder, in eene alhier zynde Verzameling,.welbewaard gezien hebbe’.
Dezelve had mede de genoemde grondverwe, maar eenigzins andere ftreepen,
waarin de mynen ook ondc-richeiden waren; en voorts bemerkte ik aan dezelven
uitgefpreide achtervleugelen, benevens drie paar pooten. Ondertuffchen heb ik
nog gade geilaagen, hoe Mejuffrouw M e '.r ia n , welke het noch aan vlyt noch
aan bekwaamheid ontbrak, deez-en Vlinder, welken zyzelve met drie paar pooten
voorftelt, uit eene groene Rups, met een hemelsblaauwen härtvormigen Kop,
en buitengemeene lange, als ftevige yzerdraaden, o f naar doornen gelykende
Hairen, doet voortkomen; en vervolgens zegt, dat zieh deeze Rups op boomen'
onthoudt, welker wuchten die van Suriname Potnßelmoes heeten; en dat zy zieh
met
met derzelver bladeren geneert; als mede, dat deeze Vlinder, de Rups in eene Tau, H.
Pop veranderd zynde, in zeftien dagen daar uit te voorfchyn zou komen. Maar
elk die, benevens my, de naauwkeurig bepaalde orde der Vlinder-Claflen, door
den Heer R ö s e l aanvanglyk vaftgefteld, aangenomen, en regtmaatig bevonden
heeft, zal aan de gemelde Blfchryving weinig geloof geeven; en gereedlyk be-
grypen, dat onze -beroemde Kunftkenfter gedwaald, en de befchreeven Rups
daarom alleen voor het Infeft van deezen Vlinder .gehouden heeft, om dat die
Rups met gelyke groene ftreepen van dezelfde koleur verfierd is. Veelligt heeft
zy dezelve ook,in gezelfehap met deezen Vlinder, op dezelfde vruchc-aangetrof-
fen; en, haare verandering onmogelyk kunnende naipooren, zal zy door een
verkeerd bericht misleid zyn geworden.
§■ 7-
Indien men haar wilde verontfchuldigen, met te zeggen, dat, zo wel de verre
afftand, als de hitce van dat Werelddeei, eenig onderfcheid, deels in de verandering,
deels in de kentekenen der infeiten, konde te weeg brengen; en dat ge-
volglyk, met betrekking tot deeze Merktekenen van onze Inlandfchen, uit eene
enkele, geen befluit te maaken zy; zo zoude nogthans deeze voor Mejuffrouw
M eri an zo voordeelig febynende gedachte, haar niet verontfehnidigen; de-
wyl men haar uit haare overige afbeeldingen zou kunnen wederleggen. Wanneer
men alles naauwkeurig befchouwt, dan zal meö aan ieder Rups en Pop, ja aan
jeder VJinder, de waare kemekens vinden,-door welken w y, volgens de gron-
den van R ösEL*,inftaatzynomhet ondericheid milchen het eenen ander Infe ft te
bepaalen. Vermits zichnu, by de Uitlandfche, e.ven zulke kentekens,als byonze
Jnlandfche Infeften Opdoen, waarom zouden zy dan niet uit dezelfde foort, en in
dezelfde Poppe, als onze Inlandfche veränderen können? En de waarheid deezer
Hellinge geeft ons Mejuffrouw M e r i an zelve, in haare overige afbeeldingen,
ten volle te kennen. Maar dat eene Rups, die tot de Claffe dèr Dagvlinders be-
hoort, in een Nachtvlinder,~of, omgekeerd, dat eene Rups van d e 'CM è der
B 2 N a ch t- .
* Hier mede wil ik niet zeggen, dat'er in het Ryk der Natuur. in weerwil der Claflèn - kente-
kenen van Röfel,, geene nitzondering zou kunnen piaats hebben. Zodanige uirzonderingen
snoetc-n, zo wel by alle andere fchrandére uifgedägte Rangfchikkingen, als by die van Röfel,
toegeflaan worden. Wanneer echter de ervarenis beveftigde, dat deeze Vlinder, door Mejuf-
frouw Mertan afgebeeld, uit eene met lange flèvige gedoornde hairen bezette Rups voort-
kwam , zo zou de Vlinder daarom ilegts onder eene Tuflchenfoort kunnen behcoren; vermits -
h y , om de doomgelykende hairen der Rupfe, voigens Röfels eerfte Clafle der Dagvlinders,
wel onder de eerfte, maar, om zyne gevleugelde geftalte, tot de tweedeClaflemoeten eebraet
, worden. .
Tot zodanig ebne Tuflchenfoort behoort de door den Heer Röfel befchreeven ichoone Veti-
W - Vlinder oi Pupillo Macbaon, Linn. (Zie Röfel I Deel I Tab. onder de tweede Ciaffe der
DagVogels.) .De Rups van den Macbaon toch is, voor haare laatfle vervelling, met körte
doorntjes bezet ; en zy verändert desniettegenttaande in een Dagvlinder van de tweede Clafle.
Voorts heefc de Papilio Macbaon met den tegenwoordigen Vlinder, de koleur alieea uitee-
Sflflderd, yee'l overcenkomft. °