T a b .
X V ea
XVI.
3de Fig. deeze Muggeworm in zyna natuurlyke gedaante en grootte, Z y
worden, uit. een zeker aantal eiören, welken de vrouwlyke. Mug,, altoos-
in , eene asm beiden emdenfpits' toeloöpende geftalte., en digt-by einander
op de oppervlakte van een ftilftaand (n o ch ftroomend) water, nedet-
legt. Dan, vermiss bet,, tot opheldering van den oorfprong en den was-1
dom deezer Wormen, neodzaakelyk is,, den aart en de w yz e , hoe deeze.
eieren gelegd worden, -eenigzins. nader te leeren kennen, zo .dient men te
weeten, dat bet Muggewyfjen zi.ch alvobrens,, met het Mannetj.en van
dezelfde foott, moet vermengd hebben, indien ’er dergelyke fchepzels,-
uit zullen voordkomen. Wanneer nu deeze -paariag'gefcMed is , dan1 be--
gjnt het acliterlyf van ’t Wyfjen,. van tyd tot t y d , dikker te worden;
de menigte van bezielde eieren wordt haar eerlang te zwaar, en de drift
om ’er zieh van te' entlasten wordt gaande. Maar zou nu het W y fjen , by
het gevoel van deeze drift,. zieh ilechts van haaren last ontdoen, zondeiv
te vooren daartoe eene bekwaame plaats uitgekoozen te hebben ? Zorn
z y , vraage ik., zo- onbedachtzaam emliefdelsos, omtrent de vrucht van
haar Lichaam, ja omtrent haar gantfehe nakomelingfchap handelen, dat zy
haare eieren zou le'ggen. op eene plaats, alwaar de jongen, uit gebrek -aan
voedzel, tefiens methunnegeboorte.,. hunnen: ondergang te vreezen had
den ? -- Zou z y op deeze w y z e , op eenmaal,. de aB'ehuwelykde Moor-
deres van meer dan 300 levendige hin deren worden f —— i f e e n l z o . e tt-
voorziehtig handelt dit hoewel onvernuftig fehepzel niet met haare Eieren
, en aanftaamd gezin; wy befpeuren veel eer in haar eene zeer zorg,-
vüldige en rechtfchapen Moeder, die alsdan. zulk een water tot haar v e r -
b ly f verkiest, wasrop zy haare eieren onbezorgd ltan- nederieggen; en alwaar
de daar in verborgen jongen., het aanftaande noödige voedzel by • der
geboorte, vinden kunnen.
S- &
T e gelylc verkiest z y , op dat zy haar eigen leven niet in gevaar Helle
, voor zieh in , o f naby .het water, eene' drooge 'plaats, waarop. z y kan
nederzitten; en deeze is doorgaans. een dryvend blad, o f de. oever zelve.
Hier op zet z y zieh met de vier voorfte voeten vast; keert het achterlyf
tegeri-het water, - e s le g t , achter en-nevens het eerfte e i, altoos «ree
naast elkander, pp de oppervlakte van het water. Hier mede'vaart zy zo
lange voort, tot dat. zy zieh van haare geheele Eierdragt ontkdigd heeft.
En dit gefchiedt wel indiervoege, dat niet: alleen de /zwaarfte zyde van
elk e i, maar 00k het ei. zelvei,. recht op het. water Ha: met welke baa-
ring z y een vierde gedeelte van , een uur bezig is. Het getal der eieren ,
die. z y dus riederlegt, is niet altyd' even groot; rrogthans hebbe ik ondervonden,
dat z y gemeealyk drie, maar zelden vierhonderd beloppen. -------
D e aan beide einden fpitstoeloopende geftalte, waarin zy. liggen, gelykt
naar
maar een klein fchuitje o f boötje, en is Fig. 4. in haare natuurlyke groot-Tas.
te te ziett. Maar wat doet het Muggenwyfjen, to t deeze 'Zamenvoeging 5 vTefs
van ■ zulle eene fchuitswyze' geftalte, b y l ie t leggen der eieren; waarin ie- ^
der ei recht opftaan b ly ft; en wel zo , dat zy zieh niet van. elkanderen **
Icheiden, en dat'jöpk de eerstgelegde eieren niet van oncler haar Lichaam
iwegdryven, ■ maar .integendeel in den behoorelylcen Hand blyven, tot dat
■de- gantfehe verzameling van eieren .voltallig is ? Gefchiedt zuilcs. Ilechts
toevalliger w y z e ; o f bezit het Wyfjen eene aangeborene bekwaamheid,
,om dit kleine gebouw dus te vervaardigen.?... Ik hebbe het laatfte"op,gemerkt';
en daarby gezien., dat z y ,-om de zamengevoegde eieren -niet ai-
feen de voorzeide lcfauitswyze gedaante te. geeven; maar 00k om dezelveii
recht op ftaande te houden, en voor het wegdr-yven te bewaaren, zieh van
haare twee lange achterpooten bedient. Zy, fluit dezdven, ( z ö lange z y
met-leggen bezig i s , ) derwyze gepast öm de eieren te: zamen, dat de
eerften zo w e l als de volgenden ■ haar recht opftaanden ftand behouden, en
zo dtigt by elkander rnoeten blyven, dat z y niet vallen, o f van elkander
wegdryven kunnen. De eieren zehren fchynen eenigzins kleeverig te z y n ,
als zy :gelegd worden; het geen de zamenvoeging, zo wel als den gemel-
den ftand, wanneer ze door de Lucht gedroogd worden , fee vordere, Dock
waarom moeten die eieren juist zoö ftaan, dat. altoos het zwaarfte gedeeh
te pnder, en het- ligtfte boveti zy ^¡Moeten wy zulksaan de wetten der
zwaartekracht toefchryven? -— - Ik antwoorde r niet alleenlyfe aan de
eeuwige wetten der natuur, volgends welken het zwaarfte gedeelte' van ’t
ei nederwaards en naar het water zaktr maar .00k aan het toeverzieht van
het eierleggende Wyfje o p , en de benoodigheid -voor den da'arin verbor-r
gen zynden Worm ; die alleenlyk - uit het dikfte gedeelte van ’t ei-kan
voortkotnen. Indien het ci niet recht o p , en het zwaarfte gedeelte niet
naar ’t water gekeerd ftoiid, dan zou de worin , niet .’terftond in z\m üa-
tuurlylc elem.en: zyn ce , gevaarlloopen, van by het uitkomen tc fterven;
•00k is de naauwe ; zamenvoeging der eieren hoogst' noodig, am dezelven
■recht -op te-.. doen blyven'ftaan, Dit leyert ons inderdaad-jeen hegrlyk
bewys der almogende voorzorge van den Godlyken Schepper, waar door
zelfs de twyfelaar en -fpotter gedvvongen wordt uitteroepen; Hoe groot "zyn
&we werken, O Heere! Gy hebt ze alle met wysheid gemäakt. -----?— Vei>
niits' nu de Almagtige Voortbrenger der. gantfehe Natuure, die het onein-
4 ig grootte,. zö wel als het allerkleinfte, op zyn wenk te voorfchyn doet
-komen, by de voordbrenging van alle zyne werken,, altoos de wyste
maatregelen, öok met ‘betrekking tot derzelver pnderhouding, genomen
heeft-, zo zullen wy 00k diezelfde wyze voorzorge, by deeze zo gering
fchynende Mugge, en derzelver groeijing, in myne verdere befchiyviog
¿y,idlyk kunnen gadeflaap.
7 '