' .re ; • .
1 1
V E R V O L G q í d e N A T U U R L Y K E
IImm
I
1
ni5Ii
1 1!
sss
T a s . IX. Stelzel, eene afbee-lding van deezenVlinder gezien te hebfaen; waarby nogthans,
(g elyk by alie de daarin afgebeelde Infe&en,) noch.zyne Rups, noch Pop ge-
vonden wordt.
§• 2.
OndertuíTchen is de H e e r R ö s e l evenwel eindelyk zo gelukkig geweeft, van
door een zyner waardfte Vrienden uit Jen a, naamlykden Heer Dr. G u d u a c h ,
die zieh tegenwoordig in Vrankryk bevindc, de echtg Rups te bekomen, eti
hv heefc ’er eene naauwkeürige afbeelding van voor ’t lieht gebragt, in het lVd®
Deel zyner Nat. Hiß. der Infecí en , Tab. XXXI. Fig 6; maar voor t overige
ishe t hem niet gelukt, dezelve in eene welgavormde Pop te zien veränderet?.
De Heer R ö s e l , welke n i e t s minder geloofde, dan dac een Changeant, o f
TVeerfcbyn- V linder, uit deeze Rups konde voortkomen, vermits hy haare beide
Kopfpitfen voor geene doornen aanzag, plaatfte dezelve toen ten onrechte, o -
der de tweede ClaflTe der Dagvlinders, en noemde haar, bladz 163- het libee-
bokie*, twyffelende bladz. 176. niet aan zyn.e onderftelling, dat die Infeft tot
„ d e tweede Claffe der Dagvlinders behoorde". — - IZ ulks dce, j , he™ 00k .ver-
moeden, dat de Vlinder, dien hy reeds in het lHd<= Deel. op.Tab. M H A . Ftp .
a en 5. afgebeeld had, uit deeze Rups voortkwam., Doch dat hy anderszins
een zo beröemd en zeer ervaren Infeftenkenner, hier in gedwaald hebbe, zalhet
volkomen bericht van den Heer K ö r p e r ten overvloede bewyzen.
ik z a l het-gemelde bericht, zo als ik het uit Frankfort, den 28 Juny .1761.
ontvangen heb, hier in zyn ge.heel laaten volgen.
” Myne menigvuldige en .herhaalde poogingen om de zeldzaame Rups in het
IVde Deel op Tab. XXXI Fig. 2 en 3. atgemaald, te vinden, waren tot he-
” den toe vruchteloos; nogthans heb M tot myne vergenoegmg, eene andere
’ ’ ontdekkinggedaan, die ik noodig achte mede te deelen lk vond het zoge-
M tbeebokj1 van die Ta},. XXXL Fig. 6; | welk tamelyk kleen g
; en tot heden toe zyne volkomene grootte nog piet_verkreegen he eft| en H
daar op ontdekte ik ’er nog een geheel volwaffen De tekemng op Tab.
■ is'o-oed en wel getroffen? maar met het in den tekff bygebragte vermoeden, wei
l eens een Dagvlinder van de tweede P a f f e , is het geheel anders gelegen. Het
’ lo ed z e l deezfr Rupfe is, door den Heere D,r. O p a d b a c h te > ; * , ookzeer
” wel aangewee?en; ephter is haar het Rschenloof.mede niet onaangenaam. ^
1
■ Sil
4 H H H M IB l i ■ ^ ■ ¡^ ■ 1 ■
i m i m H B i n m i n " s h i ’ ,ä“ “ “ :*ic b> alt in haare af beelding ten dmdelykfte gexieu kan worden. _