wij nemen die met erkentelijkheid te fpoediger in ons werk o p , dewijl
wij reeds voor jaren, met de huishouding dezer foort bekend, al sints
lang daartoe het voornemen hadden, waarin wij alleen door de vele
bijdragen die wij achtereenvolgende en van den Heer V er-Hoell en
van andere belangltellende Vrienden ontvangen mogten, terug gehouden
werden. De Dilutata is eene op drooge plaatfen voorkomende
foort, welker Rupfen, zoowel wij zelven als onze Vriend den Wel Ed.
Heer d’A illij zeer dikwijls in de omilreken van Haarlem vingen; in
hunne jeugd, en tot aan hare laatfte vervelling, misfen zij de fierlijke
roode vlekken, die bij de volwasfene zoo fchoon op de helder groene
grond affiekeu, zij zijn dan geheel eenvoudig gekleurd, zoo als te
Fig. ï. zien is bij Fig. i , vervaardigd naar eene reeds sedert geruimen tijd
door ons geteekende Rups van deze foort. O f de Latijnfche benaming
afgeleid is van de dunne en doorfchijnende huid der Rups, o f wel
van den Vlinder zelven, laten wij in het midden, en behouden in
het onzekere hier omtrent, zeer gaarne den Hollandfchen , door den
Heere V er-Huell voorgeftelden, en aan het hoofd dezer Verhandeling
geplaatften naam, te meer daar wij reeds vroeger eenen Vlinder hebben
afgebeeld, onder den naam van Dun-Vlerk. De Eijeren van onzen
Herfst-Vlinder overwinteren en vroeg in het Voorjaar komen de jonge
Rupsjes te voorfchijn. —