gesteld de geheele huishouding aan de Liefhebbers mede te deelen, zijnde
wij de hier bij gevoegde waarnemingen niet alleen, maar ook de teekenin-
gen aan Zijn E d . verpligt, en zullen daarvan bij deze een dankbaar gebruik
maken.
Het doet mij altijd genoegen, zegt de Heer t r a p , wanneer aan de afbeeldingen
van een’ door mij bekomenen Vlinder, niets ontbreekt; en daarom was
het mij zeer aangenaam, dat dit het geval is met de tegenwoordige fraaije en
tevens aardige Vlinder. Deszelfs Latijnsche naam is Geometra Purpuraria.
Nimmer heb ik de Rupsen op hun voedsel in de vrijheid gevonden;
want de wijze van vangen, door mij gebezigd , bestond daarin, dat ik met
een gewoon kapellen-netje, langs en over het gras en lage kruiden s loeg ,
alsdan vond ik dezelve, vooral menigvuldig op de duinen, in de nabijheid
van den straatweg van ’s Hage naar Leiden, en daardoor is het dan ook dat
ik niet regtstreeks w e e t, welke plant zij in de vrije natuur gebruiken. Voor
zoo veel ik heb kunnen nagaan, wordt daarvoor opgegeven de weegbree
(Plantagd) , het kan zeer wel z ijn , dat dit zoo i s , maar ook de gewone
zuring , ([Rumex acctosa) gebruikten zij met zeer veel smaak, en hiermede
Tab. X L II .h eb ik ze altijd verder op kunnen kweekcn ( * ) . Fig. 4 , 5 en 6 , op Tab.
Fig .4« 5 en 6 . X L I I ,
Borckhaüsen zegt dat de Rupsen ook vreten Polygonum avieulare.
X L I I , stellen de meest voorkomende houdingen v o o r ; de Rupsen zijn zeer
v lug in hunne bewegingen, kronkelen zich in één op het minste g eru ch t,
en bij erger stoornis laten zij z ic h , zonder eene draad te maken, op den
grond vallen.
Toen mijne Rupsen, die sommigen in ju n i j , anderen in Julij gevangen
waren , hunnen volwassen toestand hadden bereikt, veranderden zij achter-
volgens tot P o p , Fig. 7 , 8 en 9. Eenige die daartoe gelegenheid hadden,pig
sponnen zich eenige grasjes bij elkander, en veranderden in vier dagen.
Acht dagen na hare gedaanteverwisseling, worden de Poppen bruiner
van k le u r , en komen de kleuren der bovenvleugels reeds duidelijk doorschijnen
, en nog twee dagen later komt de Kapel uit.
Een aantal Vlinders kwamen bij mij uit in de laatste dagen van Junij,
tot half Julij; en door vergelijking daarvan met elkander, heb ik opgemerkt
, dat over het geheel de Wijfjes kleuriger zijn dan de Mannetjes.
Fig. 10 , is de afbeelding van een sterk gekleurd Mannetje, Fig. 11 , van p;„
een zeer bleek; Fig. 1 2 , van een zeer kleurig W i jfje , men ziet hieruitp;»
dat zij het Mannetje overtreft; en Fig. 1 3 , twee vleugels van het rustende
Mannetje, aan de onderzijde.
Nog al eenige Kapellen bij elkander in leven hebbende, zoo hadden zij
ge-
• 7 ,8 e n 9 .
.10 en i i .
.m e n 13 .