N A C H T V L I N D E R S
deel waar de zwarte band om heen is , is met korte stekelachtige
hairen bezet.
§• 5-
Eijeren heb ik van deze soort niet kunnen bekomen, en weet dus
niet stellig hoe de verdere huishouding i s ; echter laat het zich met
genoegzame zekerheid bepalen, dat zij in October gelegd zijnde, de
winter overblijven, en alzoo slechts ééne teelt ieder jaar plaats heeft.
Uit bovenstaande blijkt dat de Heer t r a p het inspinnen der Rupsen
in de steng der plant, hoofdzakelijk aan nooddwang toeschrijft, waar-
omtrend wij met Zijn Edele van gevoelen verschillen, daar wij meer»
malen de Poppen dezer Vlindertjes binnen in den steng, nimmer echter
buiten dezelve gevonden hebben, zoodat wij gelooven het er voor te
mogen houden dat de Rups zich bepaaldelijk deze plaats ter inspinning
verkiest. — Wij vinden deswegens bij andere schrijvers niets opge-
helderd, evenmin omtrent het voedsel der Rupsen, die te oordeelen
naar de aan deze soort gégevën namen Apiella en Daucella, welligt
ook op Apium, Daucus en andere Schermbloemen gevonden worden,
schoon wij voor ons ze ook nimmer anders dan op den door den Heer
t r a p genoemden Heracleum Sphondylium aantroffen.