i
iUiiil
'j j i j '
N ACH T V L IN D E R S v a n - ‘t Tweecle Gezin E E R S T E BENDE NEDERLANDSCHE INSEKTEN,
BESCHREVEN e n AFGEBEELl).
ZESDE DEEL.
VIER-EN-VEERTIGSTE VERHANDELING.
OVER DE
N A C H T - V L Ï N D E R S ,
van het tw e e d e g e z in der e e r s t e r e n d e .
DE VERNIELSTER.
P. 71. Tab. X L I7 .
S- 1
Steeds hebben wij getracht bij de beschrijving van eenen Vlinder in dit
werk, zoo veel mogelijk den HollandsCtien naara met den Latijnschen te doen
overeen komen, thans echter zullen wij daarin geheel tegenstrijdig handelen,
en onze benaming geheel het tegengestelde van den Latijnschen zijn. Tinca
Snrcitdla is de Latijnsche naam van het Vlindertje, dat het onderwerp
dezer verhandeling zal uitmaken; deze benaming zal zeker afgeleid
zijn van het woord Sarcire, beteekenende in onze taal Naaijen, Herstellen
; dan het is geheel ten onregte, dat men dezen naam aan dit Insekt
gegeven heeft, daar het geenszins herstelt, maar wel degelijk vernielt, en
niet slechts vernielt, maar de voorwerpen opvreet die de Insekten-verza-
melaar met moeite en zorgen, en dikwijls met veel kosten in order brengt,
O o het