Ik kan niet nalaten hier aan te merken , dat hét Wenschelijk blijft,
de Entomologen eenê vaste gewoonte volgden, de staart einden,
vooral der Noctua Poppen, vergroot af te beelden. Bij het toevallig
vinden van eene Pop, waarvan de Rups onbekend is, zoude door dit
hulpmiddel Waarschijnlijk, de Vlinder die er in besloten is bepaald
kunnen worden, daar meest alle Noctua Poppen, oppervlakkig, zónder
gewapend oog beschouwd, eene gelijke gedaante hebben.
§ 5<
Mijne Poppen steeds vochtig houdende, verwachtte ik met ongeduld,
de Vlinders welke daaruit voort zouden komen, die dan ook, in de
eerste dagen van Maart, uit het Pophulsel te voorschijn kwamen, soms
nog vroeger, al naar mate het jaargetijde milder is.
Fig. 6. Ónze Vlinder is bij Fig. 6. in rustende houding afgebeeld, mèt den
kop naar beneden gedooken, en de sprieten verborgen, terwijl Fig. 7.
Fig. 7. en 8. eene vrouwelijke, Fig. 8. eenen mannelijken vlinder vliegend voorstelt,
allen in grondkleur van elkander verschillende, dpch in sieraden
nagenoeg overeenkomende.
Het onderscheid der kunne is niet twijfelachtig, de Man heeft ster?
ker gekamde sprieten, de bovenvleugels zijn eenigzins smaller, en het
achterlijf is van eenen dikken hairbundel voorzien.
S 6.
Dat dit Vlindersoort zich slechts eenmaal s’ jaaTS vertoom, blijft
genoegzaam uit het medegedeelde.