v o o r r e d e .
Ten slotte van deze Verklaring der Titelplaat zullen wij hier nog bijvoegen,
dat schoon wij voor ons tusschen den eersten hier afgebeelden Vlinder en de
Wijfjes der Woldragers, ( Bombyx Lanestris) , zoo velen er ons inNaturabekend
zijn, geen wezenlijk onderscheid kunnen vinden, niettemin moeten erkennen,
dat het onderscheid tusschen de Rupsen inderdaad opmerkenswaardig is, en gaarne
hellen wij tot het gevoelen van eenen zoo scherpzinhigen waarnemer als de Heer
ver-huell o ver; daarbij echter opmerkende, dat noch bij hubner, noch
zelfs bij treitschke , eenige afbeelding o f beschrijving wordt aangetroffen, die
op deze mogelijk nieuwe soort is toe te passen; staat zij dus werkelijk op zich
zelve, dan is zij nog steeds ongenoemd.
Betreffende nu de tweede op de Plaat afgebeelde Vlindersoort, voegen wij
hierbij, dat alhoewel ook treitschke de Geometra Sordiata van götze, als
eene verscheidenheid van de Geom. Prunaria aanmerkt, wij hierin van gevoelen
verschillen, en in dat van den Heere ver-huell deelen, zonder echter bij gemis
van de noodige daadzaken, met volkomen zekerheid, hierin te willen beslissen.
En zoo mogen dan de door ons ter nedergestelde, zoo medegedeelde als eigene,
onderzoekingen, nog andere Liefhebbers aansporen tot navolging; indien
dan ook deze, hunne ontdekkingen aan ons gelieven kenbaar te maken, zoo zal
eene geringe en aangename moeite het onderling genoegen verhoogen, de kennis
der Entomologie vermeerderen, en hierdoor hoe langer hoe meer aanleiding gegeven
worden, tot het beschouwen van Gods wonderen in de minst geachte
schepselen,
December 1843. J A N .S E P P .
D E R
VIJFTIG VERHANDELINGEN,
W A A R U I T D I T Z E S D E DE E L
b e s t a a t .
N e d e r d u i t s c h e Namen. Latijnsc h e Namen.
N»». Zoo als dezelve uitgegeven zi..j n. TaL
N. 251. Horzelgelijkende Vlinj
er....................... , . Pag. 1. Crabroni-Formis . ■ ...................... L
252. Ponte Brand-Netel
Bladrolder. . . . . ---- 5. Urticalis................................... . . t . II.
253—256. Zijdeworm. . . ---- 9. Mori. . . . . . . Ill, IV. V. VI.
257. Brildrager............................... 33. Conspicillaris.....................................• Vu.
258. Schild-Metertje. . . 37. Scutularia....................................................VIII.
259. Pieterselie Vlinder. . ---- 41. ....................................................................Dl.
260. Appel Vlindertje. . . —- 45. Pomonana.........................................................X.
261. Taxis Meter.. . . . - 49. Secundaria......................................................XI.
262. Vlier Bladrolder. . . -- 53. Sambucalis.................................................. XII.
263. Gepluimde Vlinder. . - 57. Pennaria.....................................................XIII.
264. Paardebloem Metertje. ---- 61. Laevigaria, ............................................. XIV.
265. Gestreepte Vlinder. . ---- 65. Grammica............................ XV.
266. Pelgrim.................................... 71. Austera. ......................XVI.
267. Pijpkruid Meter. . . ---- 73. Scabraria........................., • ■ VVH.
268. Bopveertje. . . . . ---- 77. Upupaepennella.............................XVIII.
269. Gouden-Begen Meter . ---- 81. Gij Lisaria. . . . . , . , , - XIX*
270. Geoogde hand Vlinder. ----- 87. Monlanata................................ XX.
271 —273. Oleander Pijlstaart.---- 91. Nerü...............................XXI. XXII. XXIII.
N. 274.
(*) pelitaris bii Ochsekhsibeh,
;* 3