dat zij te weeg brengen, wordt overtroffen, zóó zelfs, dat al de fchade,,
die het geheele Rupfenheir fchijnt te veroorzaken, vele malen vergoed
wordt door het voordeel, hetwelk door ééne enkele foort van depe kruipende
dieren wordt aangebragt. Laat ons, om hiervan overtuigd te
worden , slechst het oog slaan op den Zijdeworm, en daarbij
denken aan de vele handen, die door het werk van deze dieren arbeid
bekomen, en de welvaart daardoor geboren, aan de honderdduizendenponden
Zijde door hen voortgebragt, en ten diende van ons menfchen
aangewend, aan de fchatten daardoor in omloop gebragt en veroorzaakt
dan het geheele overige Rupfental daarentegen ons op verre
na wel zoo veel fchade ? Gewisfelijk neen zal men gereedelijk zeggen;
dan, offchoon de Zijdeworm veel voordeel aanbrengt, er zijn toch
andere foorten, die ons groot nadeel doen, en deze moest men trachten
uit te roeijen. Dit zal iatusfchen wel te vergeefsch zijn; naar
een middel daartoe is reeds vele jaren gezocht, en het zal misfchien wel
nooit gevonden worden: de Rupfen beboeren toch ook in de uitgebreide-
wereld-huishouding, en door die te vernielen, zoude het evenwigt in
de groote fcbakel der Schepping verbroken worden; bet talloos vo-
gelenheir zoude het voedfel-misfen, en de mensch, die zorgvuldig de
Rupfen uit zijne vruchtboomen en moesgewasfen zoekt, lijdt ook zeer.
weinig fchade; daarenboven hebben deze gewasfen ook veel minder te lijden
door de Rupfen, dan wel andere boom-soorten, als eiken, linden,
wilgen, enz., als ook de in het wild groeijende kruiden, daar er Hechts,
zeer weinige Rupfen-foorten zijn, d ie , bij uitfluiting van alle andere
voedfel, op de vruchtboomen o f moesgewasfen azen, en het bovendien
zelden gebeurt, dat er aanmerkelijke fchade door eene Rupfen-me-
njgte aangerigt wordt. Wij willen echter niet ontkennen, dat dit onheil
fomtijds plaats vindt;, in Duitschland, Frankrijk en Italië worden
wel eens geheele bosfehen kaal gevreten, en rösel fchrijft, dat hij
eens gezien heeft, dat de Rups der Papilio Cardut al het te veld
(laaode gewas in eenen uitgebreiden omtrek vernielde, offchoon anders
d i deze
Rups wel onder de zeldzameh kan geteld worden. Zoö werden
ook bij ons, dertig jaren geleden, al de dennenboomen bij Breda, en
in den omtrek, door de Rups der Bómbijsc P m , van hun groen beroofd,
en voor weinige jaren werden in Groningerland de veldvoortbreng-
felen door de Rupfen der Noctua Gamma en Papilio Brasftcae ver-
ilonden; doch zulke onheilen zijn maar gedurende één jaar, en dan nog
zelden: zoodanige vernielende Rupfenjaren komen er geen twee achter
elkander. De Natuur herflelt altijd fpoedig weder haar evenwigt; wordt
het ook door het een o f ander verbroken, het is weldra in vorige orde te-
ruggebragt; en zoude dan nog misfchien het land niet wel vruchtbaarder
in het volgende jaar kunnen zijn door de uitwerpfelen dezer Rupfenme-
nigte, o f doordien z ij, als Rups o f als Pop ftervende, tot mest ver-
ilrekken? Zoo worden toch die landen, waar fomtijds duizenden van
fprinkhanen hunne verwoesting aanrigten, ook bemest door de overblijf-
felen dezer dieren; en het is niet alleen het water uit den N ijl, dat, de
landen in Egypte overftroomende, dezelve vruchtbaarder maakt, maar
daartoe dienen ook de verrotte overblijfselen van millioenen Water-
Infekten.
Offchoon het nu wel waarfchijnlijk is dat er geene vernielingen
van dezen aard plaats zouden vinden, zoo er geene Rupfen waren,
moeten wij daérom wenfehen, dat zij niet beltonden, en zijn het daarom
fchadeüjke fcbepfelen? — móeten er daarom middelen gezocht worden,
om de eene o f andere foort te vernielen o f te verdelgen? Werd
er dit gevonden voor eene foort,welke ons dit jaar hinderde, in het
volgende jaar trof dit weder eene andere foort, die ons alsdan fchade
deed, en zoo zoude de eene mensch over deze, en de andere weder
over die foort klagen, en dezelve tevens trachten van kant te maken;
ja zoo zoude ook wel degene, die door eene Honigbij geiloken wordt,
kunnen wenfehen, dat deze er niet waren. Wij willen hier nog eene
vergelijking bijvoegen, en vragen: moet het vuur w e g , omdat het
fomtijds niet alleen enkele huizen, maar zelfs geheele dorpen en Heden
C a ver