hetzelve zich slechts eenmaal in het ja a r f in den volmaakten staat van
Vlinder vertoont.
Alhoewel ons door de uitvoerige mededeelingen boven vermeld, veel omtrent
de Huishouding van den onderhavigen Vlinder is opgehelderd, zoo-
dat wij nu denzelven volgaarne aan de bezitters van ons werk mededee-
Jen, blijft echter nog altijd de onzekerheid bestaan omtrent eene tweede
soort , de Innuba namelijk, waartoe mogelijk , zonder dat zulks toen
door ons werd opgemerkt, de Vlinder behoorde uit welks Eijeren de
Fig. 1. Rups bij Fig. 1. door ons is opgekweekt, of de Vlinder uit de Rups
Fig. 2. bij Fig. 2. gekomen; wij laten zulks dus voor als nog in het midden,
terwijl wij meer het gevoelen van F&eijer , dan van Boisdtjval zouden
aankleven.