Z E S D E DE E L .
EERSTE VERHANDELING.
OVER DE
N A G H T-V L I N D E R S,
van h e t TWE ED E G E Z IN d er E E R S T E EENDE.
DE HORZELGELIJKENDE VLINDER.
P . n . Tab. I .
§ i.
E v e n gelijk in het algemeen de uitgebreidste ligchamen ons het
eerst in het oog vallen, zoo zullen ook in de geheele Natuur de
grootste voorwerpen het spoedigst onze aandacht tot zich trekken; ongetwijfeld
is dit ook het geval bij de beschouwing van elk afzonderlijk
gedeelte der Natuurlijke Geschiedenis, en den Insekten-Verzamelaar
komen over het algemeen de grootere soorten het eerst in handen;
van daar dan ook, dat de meeste der grootste in ons Vaderland
voorkomende Vlinders in de nu voltallige vijf deelen van dit Werk zijn
opgenomen, waaruit onvermijdelijk voortvloeit, dat wij, bij verdere
voortzetting van hetzelve, ons tot meerdere kleinere soorten zullen
moeten bepalen; voor den waren Beoefenaar en Kenner der Natuur
zijn echter deze niet minder belangrijk dan g en e : daarom dan ook,
en in de overtuiging, dat het nagaan der levensgeschiedenis van kleine
A voor