JNlA.CHT-'VUNnERS 2«y^rHveecLe G e an^rK E R S TK BI ‘INDE. NEDERLANDSCHE INSEKTEN,
BESCHREVEN e n AFGEBEELD.
Z E S DE DEEL.
' ZEVENTIENDE, VERHANDELING. , .,
n C H T - T I I I D E R S y «
van het TWEEDE GEZIN der TWEEDE BENDE. ..
L E PIJF'RRUID METER.
P . VI. Tab. XVII.
Gaven wij hier voor op Tab. XII» van’ dit deel, de afbeelding en-fbet
schrijving van eenen Vlinder ons door den Heer Trap te Leiden toegezon*
den, wij zullen nu weder twee afbeeldingen achter elkander laten volgen,
ons door dien zelfden Liefhebber medegedeeld, zijnde de eerste die van de
Geometra Scabraria, en de andere die der Tinea Upupaepennella;
alhoewel wij van de beide soorten nu en dan de Vlinders gevangen hebben,
waren ons de Rupsen van de Scabraria onbekend, die van de
Upupaepennella vonden wij meermalen op de bladen der Wilgenboomen,
doch de huishouding van beiden hebben wij nooit zoo in deszelfs geheel
kunnen nagaan als ons die nu door den vriendelijken Zender is
Q op