NEDE RL ANDS CHE INSEKTEN,
B E S C H R E V E N en A F G E D E E L D .
Z E S D E D E E L .
ZEVEN-EN-TWINTIGSTE VERHANDELING
OVER DE
N A C II T - V L I N D E R S,
van het t w e e d e g e z i n der e e r s t e BENDE.
D E O O F T - M O T .
P . V I . Tab. X X V I I .
§. i.
Veelmalen ziet men des zomers in de maand Junij, de Vrucht-
Boomen met fpinfels overdekt, hierin woont gezellig bij elkander het
Rupfen-Soort dat het onderwerp dezer Verhandeling zal uitmaken;
deze Rupsjes komen in levenswijze zeer veel overeen met de
Stippel-Mot, in het vorige Deel op Tab. XXXII afgebeeld, waarvan Tab.XXXII.
de Wilgen-Boomen in fommige jaren zoo veel te lijden hebben; ons
Voorwerp daarentegen onthoudt zich op de Vrucht-Boomen, en het
is om deze reden dat ik hetzelve de ooft*mot noem.
Z $. 2.