104
te Leiden, beide afbeeldingen waren daarenboven van eenige aanteer
keningen verzeld, die door ons tot het navolgende geheel zijn te
zamen gebragt.
§. 2.
Deze ftaaije Rups, fchrijft ons de Heer ver-huell, ontving ik
omftreeks half Augustus van den Wel Edelen Heer van walchren
te Rotterdam wonende, zijnde door. Zijn Ed. gevonden bij den Haag
op eene Braamftruik, (Rubus Fruticosusj waar dezelve door mij op
afgebeeld is ; door den Heer trap te Leiden werd dezelve in het
begin van October insgelijks op eene Braamftruik gevonden. De
eerftgemelde Rups veranderde in het laatft van Augustus in P o p , en
de Vlinder kwam den s8ften Mei des volgenden Jaars te voorfghijn.
De tweede genoemde Rups veranderde den i8den October in eene
P o p , en den jden Junij daaraanvolgende kwam de Vlinder uit.
§• 3*
Welk aanmerkelijk verfchil in den tijd waarop deze twee Rupfen
beide volwasfen gevangen werden; de eene is zeven weken later
gevonden en ingefponnen dan de andere, en de Vlinders kwamen
echter bijna gelijktijdig te voorfchijn. Wij zouden met den Heer
ver-huell hierdoor gelooven dat de Vlinder zich maar eenmaal
in het Jaar vertoont, de Heer trap trekt dit echter eenigzins in
twijfel met te veronderllellen, dat deze foort vermoedelijk tweemaal
zouden voorttelen; eene tijdruimte to ch, zegt Zijn Ed. van het begin
van Junij, als de Vlinders te voorfchijn komen en Eijeren leggen ,
tot October dat ik de Rups gevonden heb, is lang genoeg om nog
een geilacht te doen verfchijnen; rösel laat de zaak ook in het
onzekere, en meldt flechts dat de Rups zoowel in den Zomer als in
den
den Herfst gevonden wordt, doch schwarz in zijne Raupen Kalender
fchrijft dat zij in Julij en in September te vinden zijn, en dat de
Vlinder van den Zomer-teelt, in drie weken te voorfchijn komt,
waardoor dus de twijfel ten dezen opzigte fchijnt opgeheven.
§• 4-
Tab. XX
Op de hierbij gevoegde Tab. X X V bij Fig. i , is de afbeelding ^ ^
van eene kleine Rups, zoo als dezelve bij hubner voorgefteld wordt,
daar de gevondene Rupfen reeds volwasfen waren, meenden wij deze
afbeelding voor de Liefhebberen er te moeten bijvoegen. Fig. 2 is Fig. 2.
de Rups als loopende voorgefteld, (lekende dan veelal het achtereinde
in de hoogte. F ig. 3 vertoont de Rups van boven op den Fig 3-
rug te zien.
Voor haar verblijf als P o p , fpon zij maar een o f twee bladen te
zamen met eenige draden, als bij Fig. 4 afgebeeld is ; na weinige Fig. 4-
dagen veranderde zij daarin tot P o p , zoo als Fig. 5 die voorftelt , Fig- 5.
en bij Fig. 6 is het achtereinde van deze Pop door den Heer trap Fig. 6.
vergroot afgebeeld.
De Vlinder bij den Heer ver-huell uitgekomen, was een Mannetje
, bij Fig. 7 in den loopenden (land voorgefteld; om nu het F ig 7.
onderfcheid van de beide gedachten te doen zien, hetgeen beftaat
in de dikie en in het puntig afloopen van het lijf, is Fig. 8 naar Fig. 8.
een vliegend Mannetje en Fig. 9 , door den Heer trap, naar een Fig. 9.
vliegend Wijfje vervaardigd, hetgeen reeds eenige jaren bewaard was.
§ • 5 -
Afgefcheiden van de algemeen bekende waarheid, dat het Zonlicht
op alle kleuren der Vlinders vernielend werkt, en dezelve door den
tijd nagefloeg geheel vernietigd, zoo zijn toch fommige Vlinders,
„ X 2 hoe