slachten zijn, ook vooral in grootte, aanmerkelijk onderscheiden, behalve
Fig. 8, 9.dat de sprieten bij Fig. 8 en 9 vergroot afgebeeld, zoo wel als het achterlijf
voldoende kenteekenen opleveren.
Uit vorenstaande beschrijving zal genoeg blijken dat deze Vlindersoort
slechts eenmaal des jaars voorkomt; als zonderling verdient echter opgemerkt
te worden, dat, terwijl de Rupjes gedurende het overwinteren 5ook
in de vrije natuur, gewis voor verre het meerendeel verloren gaan en
sterven, en de overblijvende nog voor een groot gedeelte ten prooi der
Wespen-Larven worden, waartoe gewis hunne hoogst trage bewegingen
zeer veel aanleiding geven, men echter den Vlinder, in het midden van den
Zomer, nu en dan op enkele plaatsen in groote hoeveelheid, aantreffen
kan, hebbende wij denzelven ook meermalen te Soes lelijk en elders gevangen,
ofschoon de rups ons steeds geheel onbekend bleef.