Oleander zelve gezien hebbende, moeten wij erkennen, del de aldaar afge-
beelde Rups eene geheel andere was, zoodat, door de nieuwe ontdekking,
aan onze Lezers in de volgende bladzijden mede tedeelen, het groote raadsel
van toenmaals nog geenszins is opgelost.
Weinige jaren geleden ontving de Wel-Edele Heer Groesewegeb, destijds
Hortulanus in onzen Stads-PJantentuin, van een’ Liefhebber alhier, eene
nog kleine beschadigde Rups, hebbende al het aanzien van die van eenen Ole-
ander-Pijlstaart te zijn, dan deze stierf kort daarna; in het daarop volgende
najaar , berigtte ons de Wel-Edele gestrenge Heer Ver-Hoeh te Rotterdam,
dat Zijn Ed. bekomen had een’ levendigen Oleander. Pij Is taart Vlinder,
gevangen te Rotterdam, en kort daarna vernamen wij , dat er ook alhier te
Amsterdam een zoodanige Vlinder gevangen was; dit bragt den Heer Groe-
eewegeh en ons op het denkbeeld, dat, als de naderende Winter niet streng
was, het dan misschien wel konde gebeuren, dat de Rups in het volgende
jaar zich vertoonde, en in deze hoop moesten dan ook alle pogingen
aangewend worden, om dezelve op te sporen. De Heer Groebewegek op
alle de Hofsteden om Haarlem, Beverwijk, Pelzen, enz. bekend zijnde,
beloofde overal aan de werklieden aldaar, eene goede belooning voor iedere
Rups die zij vonden op de Nerium Oleander, het uitsluitend voedsel van
dit Insekt, en die zij aan zijn Ed. bezorgden; met dat gunstige gevolg dat
ZijnEd. in de Maand September 1835 berigt ontving, dat er bij Pelzen op
eene Hofstede, zeven Rupsen gevonden waren, waarop Zijn Ed. daar
heen gaande, deze Rupsen, tegen uitreiking van de beloofde belooning
ontving, en dadelijk de goedheid had er eene aan ons Ie zenden, die wij
weder aan den Heer Ver-Hheu, deden toekomen, met verzoek de afbeelding
er van te vervaardigen, en het een en ander daarvan aan te tee-
fcenen, waarvan wij dan bij de uitgave konden gebruik maken. Zijn
Ed. voldeed aan dit verzoek, en het is aan Zijne keurige teekenpen, dat
wij alle de Afbeeldingen op de bijgaande platen te danken hebben;
met die teekeningen ontvingen wij van Zijn Ed. een uitvoerig handschrift,
schrift, hoofdzakelijk behelzende, hetgeen wij met dankbaarheid hier
laten volgen.
S 3.
Hoogst zeldzaam valt den Liefhebberen het geluk ten deel, om de huishouding
van dezen prachtigen Vlinder, al is het maar voor een gedeelte,
in ons Vaderland na te kunnen gaan. Alhoewel mij in het jaar te voren,
en wel in het laatste van de maand October een gave Vlinder van.
deze soort, alhier te Rotterdam, even buiten de Stad nabij den oever van
de Maas gevangen, werd vereerd, en ik destijds alle mogelijke Oleander
struiken in den omtrek zich bevindende onderzocht, en liet onderzoeken,
zoo wa3 er evenwel geen spoor van de Rups te vinden, de Olean•
der struiken waren allen gaaf van blad, reden waarom ik op het denkbeeld
kwam, of niet soms deze Vlinder bij toeval inet een uit de Middel-
landsche Zee komend Vaartuig, waar zich een Oleander struik aau
boord bevond, in den staat van Pop was mede gekomen, en de Vlinder
zich hier ontwikkeld had; dat deze veronderstelling ongegrond is geweest,
en zich dat jaar ook Oleander Rupsen in ons Vaderland moeten bevonden
hebben, bewijst het nu werkelijk vinden van Rupsen, van dien uitstekend
fraaijen Vlinder.
Het zuidelijke gedeelte van Europa, Azië en Afrika, waar de Ne.
rium Oleander zonder zorgen weelderig groeit, het ware Vaderland van
onzen Vlinder zijnde, moet dit Insekt eenen geheelen weg afleggen, om
tot ons zoo noordelijk gelegen Vaderland te komen, ten einde zijne
Eijeren, op de, in onze tuinen in draagbare potten en bakken geplante
Oleander struiken te leggen, waardoor het gevoelen van sommige Entomologen,
welke aan eenige Vlindersoorten de eigenschap van trekken,
evenals aan Vogels toeschrijven, eenigermate waarschijnlijker wordt, want
het is bij heele en drooge Zomers, en zachte Winters, in overeenstemming
met de mildere luchtsgesteldheid van zuidelijke gewesten, dat die vreemdelingen
ons Vaderland bezoeken; zelfs de naauwkeurige Natuur-Onderzoe-
ker R ösel was van dat gevoelen, en gewaagt van de zeldzame verschijning
dezer Vlindersoort, in E uil solt/and, Aan een milder climaat gewoon,
U 2 en